De voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 1 en 2 gelden voor een ieder die een inrichting type A drijft. Deze draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.
De voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 1 gelden voor een ieder die een inrichting type B of C drijft. Deze draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.
Indien een voorschrift dat is opgenomen in bijlage 1, hoofdstukken 1 tot en met 8, of bijlage 2, hoofdstukken 1 tot en met 3, inhoudt dat daarbij aangegeven middelen ter bescherming van het milieu moeten worden toegepast, meldt degene die de inrichting drijft en die voornemens is andere middelen toe te passen, dit voornemen ten minste vier weken voordat hij die andere middelen wil toepassen aan het bevoegd gezag, onder overlegging van de in artikel 6, elfde lid, bedoelde gegevens. Het bevoegd gezag beslist over de juistheid van een gekozen middel.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(19-02-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2008 |
intrekking-regeling |
19-10-2007 |
26-11-2007 |
|||||
nieuwe-regeling |
18-10-2001 |
18-10-2001 |