Indien het college de hem bij deze wet opgedragen taken niet of niet naar behoren uitvoert, kan Onze betrokken Minister, zo nodig in afwijking van deze wet, daarin voorzien.
Na het tot stand komen van een voorziening, bedoeld in het eerste lid, draagt Onze betrokken Minister zorg voor vervanging van de voorziening door een algemene maatregel van bestuur. De voordracht daartoe wordt Ons zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden na inwerkingtreding van de voorziening gedaan.
(13-04-2018)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
17-10-2007 |
intrekking-regeling |
17-02-2007 |
10-10-2007 |
|||||
|
nieuw |
12-11-1998 |
21-12-1999 |
||||||