Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 1h [Geldend t/m 16-10-2007]

  • 1

    Het college stelt jaarlijks een werkplan voor het eerstvolgende jaar vast. Het werkplan bevat tevens een visie op de ontwikkelingen voor de eerstvolgende vier jaren met betrekking tot aard en omvang van de aan het college toebedeelde taken en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de organisatie. Het werkplan wordt vóór 1 oktober aan Onze Ministers ter kennis gebracht.

  • 2

    Het college stelt jaarlijks een begroting vast. De begroting bevat ten minste een staat van lasten en baten, een balans en een toelichting op deze stukken.

  • 3

    De begroting met daaraan toegevoegd een onderbouwing aan de hand van kostencomponenten en prestatie-elementen alsmede een financieel meerjarenplan wordt vóór 1 oktober van het voorafgaande jaar ter instemming aan Onze Minister voorgelegd. Indien de begroting waarmee Onze Minister heeft ingestemd niet toereikend is, legt het college lopende het jaar een wijziging van die begroting ter instemming voor aan Onze Minister.

  • 4

    Het college dient jaarlijks vóór 1 april bij Onze Ministers een jaarrekening in waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd over het afgelopen kalenderjaar. De jaarrekening gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, afgegeven door een door het college, in overleg met Onze Minister aangewezen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Bij de aanwijzing van de accountant wordt bedongen dat aan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij dan wel aan een door hem aangewezen accountant als bedoeld in het vijfde lid op diens verzoek inzicht wordt geboden in de controlewerkzaamheden van de accountant. De jaarrekening behoeft de instemming van Onze Minister.

  • 5

    Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij belast een tot de departementale accountantsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij behorende accountant met een onderzoek naar de controlewerkzaamheden van de accountant, bedoeld in het vierde lid.

  • 6

    Het college stelt de in het vierde lid bedoelde stukken algemeen verkrijgbaar.

  • 7

    Onze Minister kan tevens een onderzoek instellen naar de doelmatigheid van het beheer, de organisatie en het beleid van het college. Desgevraagd geeft het college ten behoeve van dit onderzoek inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt het alle inlichtingen die voor dit onderzoek nodig geoordeeld worden.

  • 8

    Onze Minister kan regelen stellen omtrent de inrichting van de stukken, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, alsmede omtrent de aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Informatie geldend op 13-04-2018

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(13-04-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

17-10-2007

intrekking-regeling

17-02-2007

Stb. 2007, 125

30474

10-10-2007

Stb. 2007, 386

01-01-2000

nieuw

12-11-1998

Stb. 1998, 689

24817

21-12-1999

Stb. 1999, 587