Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 6.18 Terreinleiding

  • 1

    Een ondergrondse doorvoer van een afvoervoorziening als bedoeld in de artikelen 6.16 en 6.17 door een uitwendige scheidingconstructie van een bouwwerk ligt zoveel mogelijk haaks op de scheidingsconstructie.

  • 2

    De gebouwaansluiting van een afvoervoorziening als bedoeld in de artikelen 6.16 en 6.17 op de op het eigen erf of terrein gelegen riolering of andere voorziening voor afvoer van afvalwater is zodanig dat bij zetting de dichtheid van de aansluiting en de afvoer gehandhaafd blijft.

  • 3

    Een terreinleiding waardoor huishoudelijk afvalwater wordt geleid:

    • a.

      heeft geen vernauwing in de stroomrichting;

    • b.

      heeft een vloeiend beloop;

    • c.

      is waterdicht;

    • d.

      heeft een voldoende inwendige middellijn, en

    • e.

      bevat geen beer- of rottingput.

  • 4

    Op aanwijzing van het bevoegd gezag wordt bepaald:

    • a.

      indien voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater een openbaar vuilwaterriool of een systeem als bedoeld in artikel 10.33, tweede lid, van de Wet milieubeheer aanwezig is waarop aangesloten kan worden: op welke plaats, op welke hoogte en met welke inwendige middellijn de voor aansluiting van een afvoervoorziening als bedoeld in artikel 6.16 op dat riool of dat systeem noodzakelijke perceelaansluitleiding bij de gevel van het bouwwerk dan wel de grens van het erf of terrein wordt aangelegd;

    • b.

      indien voor de afvoer van hemelwater een openbaar hemelwaterstelsel of een openbaar vuilwaterriool aanwezig is waarop aangesloten kan worden en hemelwater op dat stelsel of riool mag worden gebracht: op welke plaats, op welke hoogte en met welke inwendige middellijn de voor aansluiting van een afvoervoorziening als bedoeld in artikel 6.17 op dat stelsel of riool noodzakelijke perceelaansluitleiding bij de gevel van het bouwwerk dan wel de grens van het erf of terrein wordt aangelegd, en

    • c.

      of, en zo ja welke voorzieningen in de afvoervoorziening of de op het erf of terrein gelegen riolering moeten worden aangebracht om het functioneren van de afvoervoorzieningen, naburige aansluitingen en de openbare voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater te waarborgen.

Informatie geldend op 02-07-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
    artikel: 6e

  2. Bouwbesluit 2012
    artikel: 6.15

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-07-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2015

wijziging

15-06-2015

Stb. 2015, 249

15-06-2015

Stb. 2015, 249

01-03-2013

wijziging

11-02-2013

Stb. 2013, 75

11-02-2013

Stb. 2013, 75

01-04-2012

nieuwe-regeling

29-08-2011

Stb. 2011, 416

20-03-2012

Stb. 2012, 125

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 676

20-03-2012

Stb. 2012, 125

Alg. 1

Inwtr. 2

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het vijfde lid, onderdeel c, een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 2) Treedt in werking op het tijdstip bedoeld in artikel 9.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011/416).