Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 19 [Geldend t/m 30-06-2008]

  • 1

    Ten aanzien van het in oppervlaktewater gebruiken van schone grond zijn de regels, gesteld bij of krachtens artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Tenzij op grond van kennis of visuele waarneming niet kan of redelijkerwijs niet zou kunnen worden aangenomen dat die grond voldoet aan de samenstellingswaarden, zoals aangegeven in bijlage 1, is het eerste lid niet van toepassing op het bij de uitvoering van zandsuppleties op het strand of de onderwaterbodem van de Noordzee, de Waddenzee, of de Westerschelde gebruiken van grond afkomstig uit die wateren.

Informatie geldend op 19-02-2015

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

14-06-2006

Stb. 2006, 308

Alg. 1

01-07-2008

intrekking-regeling

22-11-2007

Stb. 2007, 469

20-12-2007

Stb. 2007, 571

Inwtr. 2

04-01-2006

t/m 01-01-2006

wijziging

24-11-2005

Stb. 2005, 610

24-11-2005

Stb. 2005, 610

01-01-1996

nieuwe-regeling

23-11-1995

Stb. 1995, 567

12-12-1995

Stb. 1995, 614

Opmerkingen

  • 1) De wijziging kan niet worden doorgevoerd door de intrekking van de regeling. Deze wijziging kan niet meer in werking treden.

  • 2) Blijft van toepassing op een aanvraag als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Tijdelijke Stimuleringsregeling verwerking baggerspecie.