Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen.
De machtiging kan eveneens worden verleend op verzoek van de raad voor de kinderbescherming of op verzoek van het openbaar ministerie.
Voor opneming en verblijf als bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, of 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet is geen machtiging als bedoeld in het eerste lid vereist, doch een machtiging als bedoeld in genoemde artikelleden. Deze machtiging geldt voor de toepassing van artikel 265a als een machtiging als bedoeld in het eerste lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 1
artikel: 265d
Regeling Jeugdwet
bijlage: 2
Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT
artikel: 1
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
artikel: 6:4, 7:8
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
artikel: 29, 40
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
artikel: 799a, 812, 813
(01-07-2023)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
13-10-2022 |
12-11-2022 |
||||||
|
nieuw |
12-03-2014 |
14-11-2014 |
||||||
|
wijziging |
05-11-2014 |
14-11-2014 |
||||||