Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 345

  • 1

    De voogd behoeft machtiging van de kantonrechter om de navolgende handelingen voor rekening van de minderjarige te verrichten:

    • a.

      aangaan van overeenkomsten strekkende tot beschikking over goederen van de minderjarige, tenzij de handeling geld betreft, als een gewone beheersdaad kan worden beschouwd, of krachtens rechterlijk bevel geschiedt;

    • b.

      giften doen, andere dan gebruikelijke, niet bovenmatige;

    • c.

      een making of gift, waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden, aannemen;

    • d.

      geld lenen of de minderjarige als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbinden;

    • e.

      overeenkomen dat een boedel, waartoe de minderjarige gerechtigd is, voor een bepaalde tijd onverdeeld wordt gelaten.

  • 2

    De kantonrechter kan bepalen dat de voogd zijn machtiging behoeft voor het innen van vorderingen van de minderjarige, het disponeren over saldi bij een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht daaronder begrepen.

  • 3

    Voor het aangaan van een overeenkomst tot beëindiging van een geschil waarbij de minderjarige is betrokken, behoeft de voogd geen machtiging in het geval van artikel 87 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering of indien het voorwerp van de onzekerheid of het geschil een waarde van € 700 niet te boven gaat, noch indien de overeenkomst als een beheersdaad is te beschouwen.

Informatie geldend op 01-07-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Burgerlijk Wetboek Boek 1
    artikel: 253k, 347, 357, 410, 420

  2. Wet regeling ouderlijk gezag op minderjarige Koning 2013
    artikel: 7

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-07-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-05-2023

wijziging

25-01-2023

Stb. 2023, 41

36212

20-03-2023

Stb. 2023, 97

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

Inwtr. 2

01-01-2012

t/m 30-04-2011

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 670

32826

22-12-2011

Stb. 2011, 671

01-01-2007

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 605

30658

11-12-2006

Stb. 2006, 664

01-07-2002

wijziging

20-06-2002

Stb. 2002, 330

28189

25-06-2002

Stb. 2002, 336

Inwtr. 3

01-01-2002

wijziging

27-09-2001

Stb. 2001, 481

27472

27-09-2001

Stb. 2001, 481

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 581

27824

10-12-2001

Stb. 2001, 621

01-09-1993

wijziging

27-05-1993

Stb. 1993, 309

17779

25-06-1993

Stb. 1993, 373

01-01-1992

wijziging

15-11-1989
samen met
04-12-1991

Stb. 1989, 541
samen met
Stb. 1991, 605

17725

20-02-1990

Stb. 1990, 90

01-09-1982

wijziging

15-05-1981

Stb. 1981, 283

15350

09-07-1982

Stb. 1982, 452

01-01-1970

nieuwe-regeling

11-12-1958

Stb. 1958, 590

04-06-1969

Stb. 1969, 259

wijziging

11-12-1958

Stb. 1958, 591

04-06-1969

Stb. 1969, 259

wijziging

28-05-1969

Stb. 1969, 257

3767

04-06-1969

Stb. 1969, 259

wijziging

28-05-1969

Stb. 1969, 258

04-06-1969

Stb. 1969, 259

Opmerkingen

  • 1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.Treedt eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.

  • 3) De datum van inwerkingtreding was oorspronkelijk ingevolge artikel 12, tweede lid van de Tijdelijke referendumwet van rechtswege opgeschort tot 06/08/2002. De betreffende wet was echter niet referendabel (correctie Staatscourant nr. 134, 17 juli 2002).