Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 23b

  • 1

    De vereffenaar draagt hetgeen na de voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden rechtspersoon is overgebleven, in verhouding tot ieders recht over aan hen die krachtens de statuten daartoe zijn gerechtigd, of anders aan de leden of aandeelhouders. Heeft geen ander recht op het overschot, dan keert hij het uit aan de Staat, die het zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de rechtspersoon besteedt. In afwijking van het voorgaande kan de rechter die een rechtspersoon op grond van artikel 20 verboden verklaart, bepalen dat de vereffenaar na ontbinding het overschot uitkeert aan de Staat.

  • 2

    De vereffenaar stelt een rekening en verantwoording op van de vereffening, waaruit de omvang en samenstelling van het overschot blijken. Zijn er twee of meer gerechtigden tot het overschot, dan stelt de vereffenaar een plan van verdeling op dat de grondslagen der verdeling bevat.

  • 3

    Voor zover tot het overschot iets anders dan geld behoort en de statuten of een rechterlijke beschikking geen nadere aanwijzing behelzen, komen als wijzen van verdeling in aanmerking:

    • a.

      toedeling van een gedeelte van het overschot aan ieder der gerechtigden;

    • b.

      overbedeling aan een of meer gerechtigden tegen vergoeding van de overwaarde;

    • c.

      verdeling van de netto-opbrengst na verkoop.

  • 4

    De vereffenaar legt de rekening en verantwoording en het plan van verdeling neer ten kantore van de registers waarin de rechtspersoon is ingeschreven, en in elk geval ten kantore van de rechtspersoon, als dat er is, of op een andere plaats in het arrondissement waar de rechtspersoon woonplaats heeft. De stukken liggen daar twee maanden voor ieder ter inzage. De vereffenaar maakt in een nieuwsblad bekend waar en tot wanneer zij ter inzage liggen. De rechter kan aankondiging in de Staatscourant bevelen.

  • 5

    Binnen twee maanden nadat de rekening en verantwoording en het plan zijn neergelegd en de nederlegging overeenkomstig lid 4 is bekendgemaakt en aangekondigd, kan iedere schuldeiser of gerechtigde daartegen door het indienen van een verzoek bij de rechtbank in verzet komen. De vereffenaar doet van gedaan verzet mededeling op de zelfde wijze als waarop de nederlegging van de rekening en verantwoording en het plan van verdeling zijn medegedeeld.

  • 6

    Telkens wanneer de stand van het vermogen daartoe aanleiding geeft, kan de vereffenaar een uitkering bij voorbaat aan de gerechtigden doen. Na de aanvang van de verzettermijn doet hij dit niet zonder machtiging van de rechter.

  • 7

    Zodra de intrekking van of beslissing op elk verzet onherroepelijk is, deelt de vereffenaar dit mede op de wijze waarop het verzet is medegedeeld. Brengt de beslissing wijziging in het plan van verdeling, dan wordt ook het gewijzigde plan van verdeling op deze wijze meegedeeld.

  • 8

    De vereffenaar consigneert geldbedragen waarover niet binnen zes maanden na de laatste betaalbaarstelling is beschikt.

  • 9

    De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.

  • 10

    Na verloop van een maand nadat de vereffening is geëindigd, doet de vereffenaar rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter, indien deze bij de vereffening is betrokken.

Informatie geldend op 01-09-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
    artikel: 7

  2. Burgerlijk Wetboek Boek 10
    artikel: 122

  3. Burgerlijk Wetboek Boek 2
    artikel: 23a

  4. Burgerlijk Wetboek Boek 5
    artikel: 147

  5. Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
    artikel: 172

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-09-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

23-06-2021

Stb. 2021, 310

35366

12-07-2021

Stb. 2021, 346

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

17-02-1999

wijziging

28-01-1999

Stb. 1999, 30

25836

04-02-1999

Stb. 1999, 40

01-09-1994

wijziging

29-06-1994

Stb. 1994, 506

22482

29-07-1994

Stb. 1994, 588

01-01-1992

nieuw

15-11-1989

Stb. 1989, 541

17725

20-02-1990

Stb. 1990, 90

Opmerkingen

  • 1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.