Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van een stichting als bedoeld in artikel 360 lid 3, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door het in lid 3 bedoelde orgaan op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan ter inzage ten kantore van de stichting. Binnen deze termijn legt het bestuur ook de krachtens artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens ter inzage voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan en het bestuursverslag, tenzij artikel 396 lid 7 voor zover het betreft het bestuursverslag, of artikel 403 voor de stichting gelden. Zij die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan kunnen kosteloos een afschrift van deze stukken verkrijgen.
De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en door hen die deel uitmaken van het toezicht houdende orgaan; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
De jaarrekening wordt uiterlijk een maand na afloop van de termijn vastgesteld door het daartoe volgens de statuten bevoegde orgaan. Indien de statuten deze bevoegdheid niet aan enig orgaan verlenen, komt deze bevoegdheid toe aan het toezicht houdende orgaan en bij gebreke daarvan aan het bestuur.
Een stichting als bedoeld in artikel 360 lid 3 mag ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves een tekort slechts delgen voor zover de wet dat toestaat.
Onze Minister van Economische Zaken kan desverzocht om gewichtige redenen ontheffing verlenen van de verplichting tot het opmaken, het overleggen en het vaststellen van de jaarrekening. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op deze verzoeken tot ontheffing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 3
artikel: 305a
Mediawet 2008
artikel: 2.171
(01-09-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
30-09-2015 |
13-10-2015 |
||||||
wijziging |
01-12-2011 |
15-12-2011 |
||||||
wijziging |
12-06-2008 |
12-06-2008 |
||||||
wijziging |
20-11-2006 |
11-12-2006 |
||||||
wijziging |
16-07-2005 |
23-07-2005 |
||||||
wijziging |
30-01-1997 |
30-01-1997 |
||||||
vervallen |
15-11-1989 |
Stb. 1989, 541 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuwe-regeling |
22-07-1976 |
Stb. 1976, 395 |
18-06-1976 |
Stb. 1976, 339 |
Opmerkingen
1) De in de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (Stb. 2015/349) vervatte voorschriften zijn van toepassing op jaarrekeningen, bestuursverslagen en verslagen als bedoeld in artikel 392a die worden opgesteld over de boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. De voorschriften van de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (Stb. 2015/349) kunnen worden toegepast op jaarrekeningen, bestuursverslagen en verslagen als bedoeld in artikel 392a die worden opgesteld over boekjaren die zijn aangevangen voor 1 januari 2016.
2) Van toepassing op jaarrekeningen en jaarverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2007 (Stb. 2008/217).