Een bank waarop een vrijstelling van toepassing is als bedoeld in artikel 3:111, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, behoeft de jaarrekening en het bestuursverslag niet volgens de voorschriften van deze titel in te richten, mits de financiële gegevens zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens van de bank op wier aansprakelijkheid de vrijstelling is gegrond; de artikelen 393 en 394 gelden niet voor de bank waarop de vrijstelling van toepassing is. Aan de geconsolideerde jaarrekening worden een bestuursverslag en overige gegevens toegevoegd, die betrekking hebben op de in de geconsolideerde jaarrekening begrepen rechtspersonen en instellingen gezamenlijk.
(16-07-2024)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
30-09-2015 |
13-10-2015 |
||||||
wijziging |
20-11-2008 |
18-12-2008 |
||||||
wijziging |
20-11-2006 |
11-12-2006 |
||||||
nieuw |
17-03-1993 |
Stb. 1993, 258 |
17-03-1993 |
Stb. 1993, 258 |
||||
nieuwe-regeling |
22-07-1976 |
Stb. 1976, 395 |
18-06-1976 |
Stb. 1976, 339 |
Opmerkingen
1) De in de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (Stb. 2015/349) vervatte voorschriften zijn van toepassing op jaarrekeningen, bestuursverslagen en verslagen als bedoeld in artikel 392a die worden opgesteld over de boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. De voorschriften van de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (Stb. 2015/349) kunnen worden toegepast op jaarrekeningen, bestuursverslagen en verslagen als bedoeld in artikel 392a die worden opgesteld over boekjaren die zijn aangevangen voor 1 januari 2016.