Wanneer de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van hetgeen waarvoor het pand tot waarborg strekt, is de pandhouder bevoegd het verpande goed te verkopen en het hem verschuldigde op de opbrengst te verhalen.
Partijen kunnen bedingen dat eerst tot verkoop kan worden overgegaan, nadat de rechter op vordering van de pandhouder heeft vastgesteld dat de schuldenaar in verzuim is.
Een lager gerangschikte pandhouder of beslaglegger kan het verpande goed slechts verkopen met handhaving van de hoger gerangschikte pandrechten.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 3
artikel: 254
Burgerlijk Wetboek Boek 7
artikel: 7.17.3.20, 54, 138, 984
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek
artikel: 109
Wet agrarisch grondverkeer
artikel: 51
(12-12-2023)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuwe-regeling |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
||||
|
tekstplaatsing-wijziging |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
22-11-1991 |
Stb. 1991, 600 |
||||