Bij fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs schade door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of gasopslag bij Norg of de gasopslag bij Grijpskerk zou kunnen zijn, wordt vermoed dat die schade veroorzaakt is door de aanleg of de exploitatie van dat mijnbouwwerk.
De benadeelde kan zich slechts beroepen op het vermoeden, bedoeld in het eerste lid, indien hij de exploitant, bedoeld in artikel 177, op diens verzoek de relevante bescheiden betreffende het gebouw of werk ter inzage geeft indien hij daarover beschikt, en de exploitant genoegzaam gelegenheid geeft de schade te onderzoeken.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen een of meer gebieden worden vastgesteld waarbinnen het vermoeden, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval geldt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit Tijdelijke wet Groningen
artikel: 10oa
Burgerlijk Wetboek Boek 6
artikel: 184
Procedure en werkwijze van het Instituut Mijnbouwschade Groningen 2022
artikel: 2.5a, 2.2
Regeling Tijdelijke wet Groningen
artikel: 1a.1, 1a.4
Tijdelijke wet Groningen
artikel: 12
(30-12-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
19-04-2023 |
Stb. 2023, 164
|
07-06-2023 |
|||||
wijziging |
05-02-2020 |
27-03-2020 |
||||||
nieuw |
21-12-2016 |
Stb. 2016, 552
|
21-12-2016 |
Stb. 2016, 558
|