Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 631

  • 1

    Een beding waarbij de werkgever het recht krijgt enig bedrag van het loon op de betaaldag in te houden, is nietig, onverminderd de bevoegdheid van de werknemer om de werkgever een schriftelijke volmacht te verlenen om uit het uit te betalen loon betalingen in zijn naam te verrichten. De bevoegdheid van de werknemer, bedoeld in de eerste zin, geldt niet voor het deel van het loon tot het bedrag, bedoeld in artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, met uitzondering van betalingsverplichtingen als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Deze volmacht is te allen tijde herroepelijk.

  • 2

    Bedingen waarbij de werknemer zich jegens de werkgever verbindt het ontvangen loon of zijn overige inkomsten of een gedeelte daarvan op bepaalde wijze te besteden, en bedingen waarbij de werknemer zich verbindt zijn benodigdheden op een bepaalde plaats of bij een bepaalde persoon aan te schaffen, zijn nietig.

  • 3

    De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op het beding waarbij de werknemer zich verbindt:

    • a.

      deel te nemen in een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet en ten aanzien waarvan aan de voorschriften van die wet wordt voldaan;

    • b.

      bij te dragen tot de premiebetaling aan een verzekeraar, een premiepensioeninstelling of een pensioeninstelling uit een andere lidstaat als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, overeenkomstig de voorschriften dienaangaande door de Pensioenwet gesteld;

    • c.

      deel te nemen in enig ander fonds dan in onderdeel a bedoeld, mits dat fonds voldoet aan de voorwaarden, bij algemene maatregel van bestuur gesteld;

    • d.

      deel te nemen aan een regeling tot sparen te zijnen behoeve, anders dan in de onderdelen a tot en met c bedoeld, mits die regeling voldoet aan de voorwaarden, bij algemene maatregel van bestuur gesteld.

    Onder enig ander fonds als bedoeld in onderdeel c, wordt niet verstaan een fonds dat tot doel heeft aan de werkgever of aan de werknemer een uitkering te doen die verband houdt met het recht van de werknemer op doorbetaling van loon tijdens ziekte, zwangerschap of bevalling als bedoeld in artikel 629 lid 1, of met de betaling van een uitkering als bedoeld in artikel 84 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel als bedoeld in artikel 75a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

  • 4

    Voor de nakoming van een beding als bedoeld in lid 3 mag de werkgever de daartoe nodige bedragen op het loon van de werknemer inhouden; hij is alsdan verplicht deze bedragen overeenkomstig het beding ten behoeve van de werknemer te voldoen.

  • 5

    Op de deelneming door een minderjarige aan een regeling als bedoeld in lid 3 is artikel 612 van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Indien de werknemer ingevolge een nietig beding als bedoeld in lid 2 een overeenkomst met de werkgever of een derde heeft aangegaan, heeft hij het recht hetgeen hij uit dien hoofde heeft voldaan van de werkgever te vorderen. Indien hij de overeenkomst met de werkgever heeft aangegaan, heeft hij bovendien de bevoegdheid de overeenkomst te vernietigen.

  • 7

    De rechter kan bij toewijzing van een vordering van de werknemer op grond van lid 6 de verplichting tot betaling van de werkgever beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, maar uiterlijk tot de som waarop hij de door de werknemer geleden schade vaststelt.

  • 8

    Een rechtsvordering van de werknemer op grond van dit artikel verjaart door verloop van zes maanden na de dag van het ontstaan van het vorderingsrecht.

Informatie geldend op 19-01-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit fondsen en spaarregelingen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit fondsen en spaarregelingen
    artikel: 1, 11

  2. Burgerlijk Wetboek Boek 2
    artikel: 304

  3. Toetsingskader algemeenverbindendverklaring cao-bepalingen (AVV)
    tekst: tekst

  4. Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
    artikel: 8a

  5. Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
    artikel: 13, 18

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-01-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2018

wijziging

29-11-2017

Stb. 2017, 484

34766

06-12-2017

Stb. 2017, 485

01-01-2017

wijziging

04-06-2015

Stb. 2015, 233

34108

16-06-2015
samen met
07-12-2015
samen met
19-05-2016

Stb. 2015, 234
samen met
Stb. 2015, 496
samen met
Stb. 2016, 198

Inwtr. 1

wijziging

01-06-2016

Stb. 2016, 221

34336

08-06-2016

Stb. 2016, 222

01-01-2007

wijziging

07-12-2006

Stb. 2006, 706

30655

18-12-2006

Stb. 2006, 707

29-12-2005

wijziging

10-11-2005

Stb. 2005, 573

30118

02-12-2005

Stb. 2005, 619

01-01-1998

wijziging

24-04-1997
samen met
24-12-1997

Stb. 1997, 178
samen met
Stb. 1997, 794

24776
samen met
25415

02-09-1997

Stb. 1997, 391

01-04-1997

nieuw

06-06-1996

Stb. 1996, 406

23438

10-01-1997

Stb. 1997, 37

Opmerkingen

  • 1) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2015/234 gesteld op 1 januari 2016.Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2015/496 gesteld op 1 juli 2016.