Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 671a

  • 1

    De werkgever die voornemens is de arbeidsovereenkomst op te zeggen op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a of b, verzoekt hiervoor schriftelijk toestemming aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • 2

    Indien bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan een van de werkgever onafhankelijke en onpartijdige commissie is aangewezen, verzoekt de werkgever, in afwijking van lid 1, de toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, aan die commissie. In de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin die commissie wordt aangewezen, worden regels gesteld met betrekking tot:

    • a.

      hoor en wederhoor;

    • b.

      de vertrouwelijke behandeling van overgelegde gegevens;

    • c.

      redelijke termijnen voor reacties van werkgever en werknemer; en

    • d.

      een redelijke beslistermijn.

  • 3

    De collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 2, is afgesloten met een of meer verenigingen van werknemers die in de onderneming of bedrijfstak werkzame personen onder hun leden tellen, die krachtens hun statuten ten doel hebben de belangen van hun leden als werknemers te behartigen, die als zodanig in de betrokken onderneming of bedrijfstak werkzaam zijn en ten minste twee jaar in het bezit zijn van volledige rechtsbevoegdheid. Ten aanzien van een vereniging van werknemers die krachtens haar statuten geacht kan worden een voortzetting te zijn van een of meer andere verenigingen van werknemers met volledige rechtsbevoegdheid, wordt de duur van de volledige rechtsbevoegdheid van die vereniging of verenigingen voor de vaststelling van de tijdsduur van twee jaar mede in aanmerking genomen.

  • 4

    De beslissing op het verzoek, bedoeld in lid 1 of lid 2, wordt gelijktijdig schriftelijk uitgebracht aan de werkgever en de werknemer onder vermelding van de datum waarop het volledige verzoek, bedoeld in lid 1 of lid 2, is ontvangen.

  • 5

    De toestemming om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op te zeggen op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, wordt slechts verleend, indien de werkgever:

    • a.

      de arbeidsrelatie met personen die niet op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op de arbeidsplaatsen die vervallen werkzaam zijn, heeft beëindigd;

    • b.

      de arbeidsrelatie met personen die op grond van een arbeidsovereenkomst waarin de omvang van de arbeid niet is vastgelegd op de arbeidsplaatsen die vervallen werkzaam zijn, heeft beëindigd;

    • c.

      de overeenkomsten met betrekking tot ingeleende personen die op de arbeidsplaatsen die vervallen werkzaam zijn, heeft beëindigd; en

    • d.

      de arbeidsrelatie met personen die op basis van een arbeidsovereenkomst op de arbeidsplaatsen die vervallen werkzaam zijn en de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd hebben bereikt, heeft beëindigd.

  • 6

    De toestemming voor opzegging is geldig gedurende vier weken na de dagtekening van de beslissing op het verzoek, bedoeld in lid 1 of lid 2. De werkgever zegt schriftelijk op onder vermelding van de reden voor de opzegging.

  • 7

    Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen arbeidsrelaties of overeenkomsten met betrekking tot ingeleend personeel worden aangewezen waarop lid 5 niet van toepassing is en kan worden bepaald wat mede onder de werkgever, bedoeld in lid 5, wordt verstaan.

  • 8

    Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden regels gesteld met betrekking tot de procedure betreffende het verlenen van toestemming, bedoeld in lid 1.

  • 9

    Elk beding waarbij de verplichting tot het vragen van toestemming, bedoeld in lid 1 of lid 2, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig evenals elk beding dat de termijn, bedoeld in lid 6, verruimt.

  • 10

    Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de commissie, bedoeld in lid 2, en de procedure betreffende het verlenen van toestemming door die commissie.

  • 11

    De toestemming, bedoeld in lid 1 of lid 2, wordt niet verleend als een opzegverbod als bedoeld in artikel 670, leden 1 tot en met 4 en 10, of een met deze opzegverboden naar aard en strekking vergelijkbaar opzegverbod in een ander wettelijk voorschrift geldt, tenzij redelijkerwijs mag worden verwacht dat het opzegverbod niet meer geldt binnen vier weken na de dagtekening van de beslissing op het verzoek. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de toestemming, bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdeel h.

Informatie geldend op 19-01-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2015

  2. Besluit uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid 2015

  3. Besluit uitvoeringsregels ontslagprocedure

  4. Besluit verplicht gebruik ontslagaanvraagformulieren UWV

  5. Ontslagregeling

  6. Regeling UWV ontslagprocedure

  7. Wijzigingsregeling Ontslagregeling, enz. (Verzamelwet SZW 2016 en technische aanpassingen)

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit werkgebieden UWV 2024
    artikel: 1

  2. Aanpassingswet Wnra
    artikel: 11.3

  3. Algemene wet bestuursrecht
    bijlage: 2

  4. Besluit compensatie transitievergoeding bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming
    artikel: 2

  5. Besluit ondervolmacht personele aangelegenheden BZK Kerndepartement
    bijlage: 1

  6. Besluit ondervolmacht personele aangelegenheden DGABD
    bijlage: bijlage

  7. Besluit overgangsrecht transitievergoeding
    artikel: 4

  8. Besluit uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2015
    artikel: 1

  9. Besluit uitvoeringsregels ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid 2015
    artikel: 1

  10. Besluit uitvoeringsregels ontslagprocedure
    artikel: 1

  11. Besluit verplicht gebruik ontslagaanvraagformulieren UWV
    artikel: 1

  12. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 671b, 686a, 669, 670, 671, 672, 682

  13. Ontslagregeling
    artikel: 11, 17, 20, 23

  14. Regeling UWV ontslagprocedure
    artikel: 1

  15. Regeling Wfsv
    artikel: 5.40a

  16. Reglement ontslagadviescommissie UWV 2015
    artikel: 1

  17. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra versie 1 augustus 2022
    artikel: 13, 15

  18. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra versie 1 januari 2024
    tekst: tekst

  19. Wet arbeidsmarkt in balans
    artikel: XII, XV

  20. Wet melding collectief ontslag
    artikel: 1

  21. Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
    artikel: 2

  22. Wijzigingsregeling Ontslagregeling, enz. (Verzamelwet SZW 2016 en technische aanpassingen)

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-01-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

08-12-2016

wijziging

14-11-2016

Stb. 2016, 471

34528

26-11-2016

Stb. 2016, 472

01-01-2016

wijziging

25-11-2015

Stb. 2015, 464

34273

02-12-2015

Stb. 2015, 465

01-07-2015

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 504

33988

10-12-2014

Stb. 2014, 516

nieuw

14-06-2014

Stb. 2014, 216

33818

10-07-2014

Stb. 2014, 274

Alg. 1

Opmerkingen

  • 1) Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2014/216 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.