Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 672

  • 1

    Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen.

  • 2

    De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging:

    • a.

      korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand;

    • b.

      vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden;

    • c.

      tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden;

    • d.

      vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden.

  • 3

    In afwijking van lid 2 bedraagt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging één maand indien de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt.

  • 4

    De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand.

  • 5

    Indien de omvang van de arbeid niet is vastgelegd, bedraagt de door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging, in afwijking van lid 4, de termijn, bedoeld in artikel 628a, leden 2 en 4, of vier dagen, indien het een functie betreft die is aangewezen op grond van artikel 628a, lid 11. Lid 1 is niet van toepassing.

  • 6

    Indien de toestemming, bedoeld in artikel 671a, lid 1 of lid 2, is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met de duur van de periode die aanvangt op de datum waarop het volledige verzoek om toestemming is ontvangen en eindigt op de datum van dagtekening van de beslissing op het verzoek om toestemming, met dien verstande dat een termijn van ten minste een maand resteert.

  • 7

    De termijn, bedoeld in lid 2 of lid 3, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd.

  • 8

    Van de termijn, bedoeld in lid 4, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer.

  • 9

    Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging, bedoeld in lid 8, tweede volzin, voor de werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer.

  • 10

    Voor de toepassing van lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te vormen in geval van herstel van de arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682 of artikel 683.

  • 11

    De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren.

  • 12

    De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in het lid 11, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met dien verstande dat de vergoeding niet minder kan bedragen dan het in geld vastgestelde loon over de opzegtermijn, bedoeld in lid 2, noch minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden.

Informatie geldend op 19-01-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregels WNT 2022
    bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2022

  2. Beleidsregels WNT 2023
    bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2023

  3. Beleidsregels WNT 2024
    bijlage: bij artikel I van de Beleidsregels WNT 2024

  4. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 680a, 686a, 675, 677

  5. Faillissementswet
    artikel: 239

  6. Ontslagregeling
    artikel: 10

  7. Werkloosheidswet
    artikel: 19

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-01-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2020

wijziging

29-05-2019

Stb. 2019, 219

35074

11-07-2019

Stb. 2019, 266

01-01-2018

wijziging

29-11-2017

Stb. 2017, 484

34766

06-12-2017

Stb. 2017, 485

01-01-2016

wijziging

30-09-2015

Stb. 2015, 376

34073

14-10-2015

Stb. 2015, 377

01-07-2015

wijziging

14-06-2014

Stb. 2014, 216

33818

10-07-2014

Stb. 2014, 274

Alg. 1

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 504

33988

10-12-2014

Stb. 2014, 516

01-01-1999

wijziging

14-05-1998

Stb. 1998, 300

25263

02-06-1998

Stb. 1998, 332

wijziging

24-12-1998

Stb. 1998, 741

26257

02-06-1998

Stb. 1998, 332

Inwtr. 2

04-03-1998

wijziging

19-02-1998

Stb. 1998, 107

24615

19-02-1998

Stb. 1998, 107

01-04-1997

nieuw

06-06-1996

Stb. 1996, 406

23438

10-01-1997

Stb. 1997, 37

Opmerkingen

  • 1) Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2014/216 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Treedt in werking als de Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 enz. (Flexibiliteit en zekerheid) (Stb. 1998, 300) in werking treedt.