Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 677

  • 1

    Ieder der partijen is bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij.

  • 2

    De partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt.

  • 3

    De vergoeding, bedoeld in lid 2, is:

    • a.

      in geval van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die tussentijds kan worden opgezegd, gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren;

    • b.

      in geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd.

  • 4

    De partij die een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, in strijd met lid 1 opzegt, is aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd. De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in dit lid, matigen indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, maar tot niet minder dan het in geld vastgestelde loon voor drie maanden. De werknemer kan de kantonrechter verzoeken de opzegging te vernietigen.

  • 5

    De kantonrechter kan de vergoeding, bedoeld in lid 2:

    • a.

      matigen, indien hem dit met het oog op de omstandigheden billijk voorkomt, met dien verstande dat de vergoeding, bedoeld in lid 3, onderdeel a, ten minste gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij toepassing van de opzegtermijn, bedoeld in artikel 672, had behoren voort te duren;

    • b.

      op een hoger bedrag stellen, indien de opzegging geschiedt door de werknemer en hem dit gelet op de omstandigheden billijk voorkomt.

  • 6

    Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan worden bepaald dat de kantonrechter de vergoeding, bedoeld in lid 4, op een hoger bedrag kan stellen ten laste van de werknemer, indien de werknemer een in die regeling aan te wijzen functie in een bedrijfstak uitoefende. Uitsluitend functies in een bedrijfstak die zijn aangewezen in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 668a, lid 8, kunnen worden aangewezen als een functie als bedoeld in de eerste zin.

  • 7

    Elk beding waarbij de bevoegdheid, bedoeld in lid 1 of in lid 4, laatste zin, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig.

Informatie geldend op 19-01-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Ambtenarenwet 2017
    artikel: 13a

  2. Besluit Kapittel voor de civiele orden
    artikel: 3

  3. Besluit mandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Consument en Markt
    artikel: 6

  4. Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019
    artikel: 5, 6

  5. Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019
    artikel: 4, 5

  6. Besluit mandaat, volmacht en machtiging Nederlandse Emissieautoriteit 2021
    artikel: 4

  7. Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013
    bijlage: bij artikel 12 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013

  8. Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019
    artikel: 1

  9. Besluit ondervolmacht personele aangelegenheden BZK Kerndepartement
    bijlage: 1

  10. Besluit ondervolmacht personele aangelegenheden DGABD
    bijlage: bijlage

  11. Besluit regeling positie vertegenwoordiger Nederlandse regering van Aruba, Curaçao en Sint Maarten
    artikel: 2

  12. Besluit volmacht en machtiging IMG 2020
    artikel: 3

  13. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 670a, 686a, 671, 678, 679, 683, 725

  14. Comptabiliteitswet 2016
    artikel: 7.3

  15. Mandaatbesluit AIVD 2021
    bijlage: 1

  16. Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie van het Onderwijs 2022
    artikel: 11

  17. Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter
    artikel: 2

  18. Wet Nationale ombudsman
    artikel: 11

  19. Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
    artikel: 34, 103

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-01-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

27274

wijziging

14-04-2016
samen met
14-04-2016

Stb. 2016, 147
samen met
Stb. 2016, 148

33258
samen met
34105

Alg. 1

01-01-2016

wijziging

25-11-2015

Stb. 2015, 464

34273

02-12-2015

Stb. 2015, 465

01-07-2015

wijziging

14-06-2014

Stb. 2014, 216

33818

10-07-2014

Stb. 2014, 274

Alg. 2

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 504

33988

10-12-2014

Stb. 2014, 516

01-01-2004

wijziging

19-12-2003

Stb. 2003, 555

29231

19-12-2003

Stb. 2003, 556

Alg. 3

Inwtr. 4

01-06-2003

wijziging

14-03-2003

Stb. 2003, 141

27224

20-05-2003

Stb. 2003, 220

Alg. 5

01-07-2002

wijziging

18-04-2002

Stb. 2002, 215

27469

17-05-2002

Stb. 2002, 245

01-01-1999

wijziging

14-05-1998

Stb. 1998, 300

25263

02-06-1998

Stb. 1998, 332

wijziging

24-12-1998

Stb. 1998, 741

26257

02-06-1998

Stb. 1998, 332

Inwtr. 6

01-04-1997

nieuw

06-06-1996

Stb. 1996, 406

23438

10-01-1997

Stb. 1997, 37

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2016/148.

  • 2) Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2014/216 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) De wijzigingsopdracht is niet geheel juist.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 5) De wijzigingsopdracht is niet geheel juist.

  • 6) Treedt in werking als de Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 enz. (Flexibiliteit en zekerheid) (Stb. 1998, 300) in werking treedt.