Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 682

  • 1

    De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is opgezegd met de toestemming, bedoeld in artikel 671a:

    • a.

      de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a of b;

    • b.

      aan hem, bij een opzegging in strijd met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a, ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien herstel in redelijkheid niet mogelijk is vanwege een omstandigheid waarbij sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever; of

    • c.

      aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel b, het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

  • 2

    De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d of h:

    • a.

      de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669; of

    • b.

      aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

  • 3

    De rechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen e of f, aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging:

    • a.

      in strijd is met artikel 669; of

    • b.

      het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

  • 4

    Indien de werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 690, binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, dezelfde werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte door een ander laat verrichten en hij de voormalige werknemer niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden op de bij de werkgever gebruikelijke voorwaarden te hervatten, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

    • a.

      de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of

    • b.

      aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

  • 5

    Indien de werkgever, bedoeld in artikel 690, verzuimt om, indien binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, een vacature ontstaat voor dezelfde of vergelijkbare werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte voor de ontbinding, de voormalige werknemer in de gelegenheid te stellen als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij de derde, bedoeld in artikel 690, te worden voorgedragen, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

    • a.

      de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of

    • b.

      aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

  • 6

    Indien de kantonrechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt als bedoeld in lid 1, onderdeel a, of lid 2, onderdeel a, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst wordt hersteld en treft hij voorzieningen omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst.

  • 7

    De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d, e, f of h, aan hem ten laste van de werkgever een vergoeding toekennen van ten hoogste de helft van de transitievergoeding, bedoeld in artikel 673, lid 2, indien de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel i.

  • 8

    Elk beding waarbij de bevoegdheid, bedoeld in de leden 1 tot en met 5 en 7, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig.

Informatie geldend op 19-01-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanpassingswet Wnra
    artikel: 11.3

  2. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 682a, 686a, 672, 683

  3. Ontslagregeling
    artikel: 18, 22, 23

  4. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra 2020
    artikel: 3:6

  5. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra 2020, versie 2
    artikel: 3:6

  6. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra 2020–2021
    artikel: 3:6

  7. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra 2020–2021
    artikel: 3:6

  8. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2015–2016
    artikel: 3:6

  9. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2015–2016
    artikel: 3:6

  10. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2016–2017
    artikel: 3:6

  11. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2016–2017
    artikel: 3:6

  12. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2017–2018
    artikel: 3:6

  13. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2018–2019
    artikel: 3:6

  14. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2018–2019
    artikel: 3:6

  15. Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2019-2020
    artikel: 3:6

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-01-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2020

wijziging

29-05-2019

Stb. 2019, 219

35074

11-07-2019

Stb. 2019, 266

11-12-2015

t/m 01-07-2015

wijziging

25-11-2015

Stb. 2015, 464

34273

02-12-2015

Stb. 2015, 465

01-07-2015

wijziging

14-06-2014

Stb. 2014, 216

33818

10-07-2014

Stb. 2014, 274

Alg. 1

wijziging

26-11-2014

Stb. 2014, 504

33988

10-12-2014

Stb. 2014, 516

01-01-1999

wijziging

14-05-1998

Stb. 1998, 300

25263

02-06-1998

Stb. 1998, 332

01-04-1997

nieuw

06-06-1996

Stb. 1996, 406

23438

10-01-1997

Stb. 1997, 37

Opmerkingen

  • 1) Artikel XXII, eerste lid, van Stb. 2014/216 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.