Degene die krachtens deze afdeling een betaling verschuldigd is, moet op verlangen van de hulpverlener voldoende zekerheid stellen voor hetgeen hij terzake van die betaling verschuldigd is, met inbegrip van rente en kosten.
Het schip en de andere zaken waaraan de hulp is verleend mogen niet zonder toestemming van de hulpverlener worden verwijderd van de eerste haven of plaats waar zij na beëindiging van de hulpverlening zijn aangekomen, totdat voldoende zekerheid is gesteld voor de in het eerste lid bedoelde betaling.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 8
artikel: 573
(23-05-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
02-07-1997 |
07-02-1998 |
||||||
nieuwe-regeling |
22-03-1991 |
Stb. 1991, 126 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |
||||
tekstplaatsing-wijziging |
22-03-1991 |
Stb. 1991, 126 |
04-03-1991 |
Stb. 1991, 100 |