Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage B-I Eindtermen basisbekwaamheid

De boa dient de hem toegekende bevoegdheden binnen het opsporingsonderzoek juist toe te passen. Deskundigheid met betrekking tot een aantal strafvorderlijke bevoegdheden, de grondrechten waarop deze regelmatig een inbreuk maken en een aantal algemene bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht is daartoe noodzakelijk. Enkele begrippen uit het privaatrecht zijn binnen het kader van het toepassen van opsporingsbevoegdheden eveneens van betekenis. Hetzelfde geldt voor een aantal wettelijke regels die de boa dan wel zijn handelen beschermen.

Van de boa wordt verlangd dat hij opgespoorde strafbare feiten kan afhandelen middels het opmaken van een proces-verbaal dat kan leiden tot vervolging en behandeling ter terechtzitting. Deskundigheid terzake van de wettelijke eisen die aan het proces-verbaal worden gesteld, is onontbeerlijk. In dit verband dient een boa een verdachte adequaat te kunnen informeren over de mogelijke gevolgen van een proces-verbaal. Dit vereist enige deskundigheid met betrekking tot de taken en de organisatie van de rechterlijke macht.

De boa dient te functioneren binnen de voor zijn opsporingstaak vastgestelde wettelijke kaders. Dit vereist deskundigheid betreffende de organisatie van het opsporingsapparaat en meer in het bijzonder betreffende de eigen positie daarbinnen.

De boa dient te handelen overeenkomstig de door hem afgelegde eed of belofte, onder meer door zich te onthouden van het opzettelijk opnemen van onwaarheden in het proces-verbaal.

De wettelijk voorgeschreven samenwerking met de politie verlangt enige deskundigheid met betrekking tot de taken en de organisatie van de politie.

De boa dient zich bewust te zijn van het type rechtsregels met de uitvoering en handhaving waarvan hij belast is. Deskundigheid met betrekking tot een aantal begrippen uit het staatsrecht is daartoe vereist.

Voor veel boa’s zal verdieping en verbreding van het hierboven geformuleerde basispakket noodzakelijk zijn om binnen het eigen werkverband adequaat te kunnen functioneren. De Minister van Veiligheid en Justitie kan aanvullende bekwaamheidseisen stellen aan boa’s. De boa-werkgever kan aanvullende eisen van vakbekwaamheid stellen aan de eigen boa’s en hen daarop (doen) examineren.

Uit bovenstaande volgt een aantal taken en verantwoordelijkheden van de boa.

I Taken met betrekking tot het functioneren binnen en als onderdeel van de organen van strafrechtspleging

  • 1

    De boa handhaaft de voor zijn opsporingstaak relevante wettelijke regels.

  • 2

    De boa functioneert binnen het voor zijn opsporingstaak gestelde wettelijk kader.

  • 3

    De boa handelt naar de afgelegde ambtseed/ambtsbelofte en de eed van zuivering.

II Taken met betrekking tot het opsporen van strafbare feiten

  • 4

    De boa verzamelt en/of ontvangt gegevens met betrekking tot mogelijke strafbare feiten tot opsporing waarvan hij bevoegd is.

  • 5

    De boa beoordeelt middels het combineren, analyseren en interpreteren van verzamelde en/of ontvangen gegevens of deze informatie strafrechtelijk relevant is.

  • 6

    De boa stelt een opsporingsonderzoek in teneinde bewijsmateriaal te verzamelen.

III Taken met betrekking tot de afhandeling van opgespoorde strafbare feiten

  • 7

    De boa maakt naar aanleiding van het verrichte opsporingsonderzoek een proces-verbaal op dat kan leiden tot vervolging en behandeling ter terechtzitting.

  • 8

    De boa informeert een verdachte tegen wie proces-verbaal is opgemaakt over de mogelijke gevolgen daarvan.

  • 9

    De boa doet een opgemaakt proces-verbaal toekomen aan de juiste functionaris.

Deze taken en verantwoordelijkheden zijn nader uitwerkt in de Circulaire eindtermen basisexamen buitengewoon opsporingsambtenaar. Daarin zijn de negen genoemde hoofdtaken geanalyseerd in taken en deeltaken en zijn kenniselementen toegevoegd.

Deze Circulaire eindtermen heeft kenmerk 5673432/10 en zijn o.a. te vinden op http://www.cito.nl/nl/bedrijven/examens/boa/eb7e76dd1955459591533458757ad03d.aspx

Informatie geldend op 19-03-2015

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

  1. Circulaire Bekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar
    tekst: tekst

  2. Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar
    bijlage: Bijlagen
    tekst: tekst

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(19-03-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2016

intrekking-regeling

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

10-01-2011
samen met

Stcrt. 2011, 926
samen met
Stcrt. 2014, 8467

Inwtr. 1

22-01-2011

nieuwe-regeling

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

10-01-2011

Stcrt. 2011, 926

Opmerkingen

  • 1) Inwerkingtreding voorheen door Stcrt. 2011/926 gesteld op 31 maart 2014.