Een dier heeft toegang tot een toereikende hoeveelheid schoon water of kan op een andere wijze aan zijn behoefte aan water voldoen.
Een dier krijgt een toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voeder, zodat het in goede gezondheid blijft en aan zijn voedingsbehoeften wordt voldaan.
Het toedienen van het voeder is afgestemd op de fysiologische behoeften van de diersoort en stimuleert de natuurlijke wijze van voedselvergaren.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(19-02-2015)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
01-07-2014 |
intrekking-regeling |
05-06-2014 |
05-06-2014 |
|||||
|
nieuwe-regeling |
19-04-2002 |
|||||||