Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage A behorend bij hoofdstuk 3 van het Drinkwaterbesluit

Tabel I. Microbiologische parameters

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Escherichia coli

0

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Enterococcen

0

kve/100 ml

Cryptosporidium

Noot 1

(Entero)virussen

Noot 1

Giardia

Noot 1

Campylobacter

Noot 1

Bacteriofagen

pve/l

pve = plaquevormende eenheden

Noot 1

Noot:

1) Micro-organismen mogen krachtens artikel 21, eerste lid, en artikel 25 van de wet, niet in een zodanige concentratie in het drinkwater voorkomen dat nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen ontstaan. Voor bepaalde micro-organismen, zoals virussen en protozoa (onder meer Cryptosporidium en Giardia), is het niet mogelijk om concentraties te meten op het zeer lage niveau, waarop blootstelling relevant is voor de gezondheid van de gebruiker. In plaats hiervan dient de eigenaar die gebruik maakt van oppervlaktewater als grondstof voor de bereiding van drinkwater op basis van metingen van de desbetreffende micro-organismen in de grondstof en gegevens over de verwijderingscapaciteit bij de verschillende zuiveringsprocessen (inclusief eventuele bodempassages) in overleg met de inspecteur een kwantitatieve risicoanalyse voor het bereide drinkwater op te stellen. De VROM-Inspectierichtlijn «Analyse microbiologische veiligheid drinkwater» dient hiertoe gebruikt te worden.

Voor het door middel van deze risicoanalyse berekende theoretische infectierisico geldt een grenswaarde van één infectie per 10 000 personen per jaar. De toetsing aan deze grenswaarde voor het infectierisico dient in elk geval te worden uitgevoerd voor Enterovirussen, Cryptosporidium en Giardia, maar geldt in principe ook voor andere pathogene micro-organismen. Indien het berekende infectierisico groter is dan de genoemde grenswaarde, dient de eigenaar met de inspecteur te overleggen over te nemen maatregelen.

De inspecteur kan bepalen dat voor kwetsbare grondwaterwinningen eenzelfde risicoanalyse wordt uitgevoerd.

Tot de groep van bacteriofagen worden in elk geval gerekend de somatische colifagen en de F-specifieke bacteriofagen.

Tabel II. Chemische parameters

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Acrylamide

0,10

μg/l

Noot 1

Antimoon

5,0

μg/l

Arseen

10

μg/l

Benzeen

1,0

μg/l

Benzo(a)pyreen

0,010

μg/l

Boor

0,5

mg/l

Bromaat

1,0

μg/l

Bij desinfectie geldt een maximale waarde van 5,0 μg/l (als 90 percentielwaarde, met een maximum van 10 μg/l)

Cadmium

5,0

μg/l

Chroom

50

μg/l

Cyaniden (totaal)

50

μg/l

Noot 3

1,2-Dichloorethaan

3,0

μg/l

Epichloorhydrine

0,10

μg/l

Noot 1

Fluoride

1,0

mg/l

Koper

2,0

mg/l

Noot 2

Kwik

1,0

μg/l

Lood

10

μg/l

Noot 2

Nikkel

20

μg/l

Noot 2

Nitraat

50

mg/l

Noot 4

Nitriet

0,1

mg/l

Noot 4

N- nitrosodimethylamine (NDMA)

12

ng/l

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) (som)

0,10

μg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie hoger dan de detectiegrens. Noot 5

Polychloorbifenylen (PCB’s) (individueel)

0,10

μg/l

Per stof.

PCB’s (som)

0,50

μg/l

Som van gespecificeerde verbindingen met concentratie > 0,05 μg/l. Noot 6

Pesticiden (individueel)

0,10

μg/l

Per stof. Noot 7. Voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide geldt een maximum waarde van 0,030 μg/l.

Pesticiden (som)

0,50

μg/l

Som van afzonderlijke pesticiden met concentratie hoger dan de detectiegrens.

Seleen

10

μg/l

Tetra- en trichlooretheen (som)

10

μg/l

Trihalomethanen (som)

25

μg/l

Noot 8

Vinylchloride

0,10

μg/l

Noot 1

Noten:

1) Deze parameterwaarde heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximum migratie van de overeenkomstige polymeer in contact met water, of betreft een feitelijk gemeten waarde.

2) Deze waarde geldt voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt. Deze methode is beschreven in de «VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit».

3) Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald.

4) Ten aanzien van de concentraties nitraat en nitriet dient tevens te worden voldaan aan de voorwaarde dat [nitraat]/50 +[nitriet]/3 <1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2.

5) De gespecificeerde verbindingen zijn: pyreen, benzo(a)antraceen, benzo(ghi)peryleen, fenantreen, indeno(1,2,3-cd)pyreen, anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, chryseen en fluorantheen

6) De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180.

7) Onder pesticiden wordt verstaan: organische insecticiden, organische herbiciden, organische fungiciden, organische nematociden, organische acariciden, organische algiciden, organische rodenticiden, organische slimiciden en soortgelijke producten (onder meer groeiregulatoren). De norm van 0,1 μg/l geldt ook voor humaan toxicologisch relevante metabolieten, afbraak- en reactieproducten van pesticiden. Voor metabolieten van pesticiden en afbraak- of reactieproducten, die niet humaan toxicologisch relevant zijn, geldt een norm van 1,0 μg per liter.

8) De maximumwaarde geldt bij het gebruik van chloor(verbindingen) voor desinfectie; in de overige situaties geldt de maximumwaarde genoemd in Tabel IIIc bij gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen. De gespecificeerde verbindingen zijn: chloroform, bromoform, dibroomchloormethaan en broomdichloormethaan. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn dan 15 μg/l. De somwaarde van 25 μg/l geldt als 90 percentiel, met een maximum van 50 μg/l. Voor drinkwatervoorzieningen op mijnbouwinstallaties als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, geldt als somwaarde 100 μg/l, waarbij het gehalte broomdichloormethaan maximaal 60 μg/l mag zijn.

Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters

Parameter

Maximum waarde (tenzij anders aangegeven)

Eenheid

Opmerkingen

Aeromonas (30 °C)

1000

kve/100 ml

kve = kolonievormende eenheden

Ammonium

0,20

mg/l

Bacteriën van de coligroep

0

kve/100 ml

Chloride

150

mg/l

Jaargemiddelde.

Clostridium perfringens (inclusief sporen)

0

kve/100 ml

DOC/TOC

Geen abnormale verandering

mg/l

Noot 1

Geleidingsvermogen

125 bij 20 °C

mS/m

Hardheid (totaal)

> 1

mmol/l

Totale hardheid te berekenen als aantal mmol Ca2+ plus Mg2+/l. Normwaarde geldt uitsluitend bij toepassing van ontharding of ontzouting. Toetsing vindt plaats aan de 90 percentiel van de meetgegevens.

Noot 2

Koloniegetal bij 22 °C

100

kve/ml

Geometrisch jaargemiddelde. Noot 2

Saturatie Index (SI)

> –0,2

pH-eenheden

Jaargemiddelde.

Temperatuur

25 °C

Geldt voor drinkwater

Vrij chloor

0,1 < mg/l < 0,3

mg/l

Noot 4

Waterstofcarbonaat

> 60

mg/l

Zuurgraad

7,0 < pH < 9,5

pH-eenheden

Zuurstof

>2

mg/l

Noten:

1) Indien DOC/TOC (dissolved organic carbon/total organic carbon) niet wordt bepaald, dan dient de oxideerbaarheid met KMnO4 te worden bepaald (norm 5,0 mg/l O2).

2) Deze parameter geldt niet voor water als bedoeld in artikel 14 van het Warenwetbesluit Verpakte waters.

4) Geldt alleen voor zover bij drinkwatervoorzieningen op mijnbouwinstallaties, als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, natriumhypochloriet aan het drinkwater wordt toegevoegd ter desinfectie van het water. De contacttijd tussen het chloor en het water moet ten minste 30 minuten bedragen.

Tabel IIIb. Indicatoren – Organoleptische/esthetische parameters

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

Aluminium

200

μg/l

Noot 1

Geur

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Kleur

20

mg/l Pt/Co

IJzer

200

μg/l

Mangaan

50

μg/l

Natrium

150

mg/l

Jaargemiddelde (maximum 200 mg/l)

Smaak

Aanvaardbaar voor de gebruikers en geen abnormale verandering

Noot 2

Sulfaat

150

mg/l

Troebelingsgraad

4 (tap) 1 (af pompstation)

FTE

FTE = formazine troebelingseenheden Noot 3.

Zink

3,0

mg/l

Na > 16 uur stilstand

Noten:

1) Bij (dreigende) overschrijding van een waarde voor aluminium van 30 μg/l dient dit aan de inspecteur gemeld te worden in verband met het eventueel gebruik van het drinkwater voor nierdialyse.

2) Analyse kan kwalitatief worden uitgevoerd. Indien het resultaat positief is dient een kwantitatieve analyse te worden uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens de verdunningsmethode.

3) In aanvulling op de kwantitatieve eis geldt dat de troebelingsgraad aanvaardbaar voor de gebruikers dient te zijn en geen abnormale veranderingen mag vertonen.

Tabel IIIc. Indicatoren – Signaleringsparameters (noot 1)

Parameter

Maximum waarde

Eenheid

Opmerkingen

AOX

μmol X/l

Aromatische aminen

1

μg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 μg/l. Noot 2

(Chloor)fenolen

1

μg/l

Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 μg/l Noot 2

Diglyme(n)

1

μg/l

Ethyl tert-butyl ether (ETBE)

1

μg/l

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

1

μg/l

Noot 4

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen

1

μg/l

Noot 4

Methyl tert-butyl ether (MTBE)

1

μg/l

Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten

1

μg/l

Noot 4

Overige antropogene stoffen

1

μg/l

Noot 3

Noten:

1) Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 μg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid, maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken.

2) Metabolieten van pestciden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn, vallen onder tabel II van deze bijlage. Voor de overige metabolieten geldt een norm van 1,0 μg/l (zie tabel II noot 7).

3) Met deze parameter worden stoffen bedoeld die niet behoren tot de andere parameters in deze tabel maar welke een bedreiging voor de drinkwatervoorziening kunnen zijn.

4) Voor enkele individuele stoffen uit deze parametergroep geldt ook een maximale waarde in tabel II.

Tabel IV. Parameterwaarden voor radon, tritium en indicatieve dosis voor drinkwater

Parameter

Parameterwaarde

Eenheid

Opmerkingen

Radon

100

Bq/l

Noot 1, 3

Tritium

100

Bq/l

Noot 2, 3

Indicatieve Dosis

  0,10

mSv

Noot 3

Noot 1:

a. De lidstaten mogen voor radon een niveau bepalen dat niet mag worden overschreden en waaronder de optimalisering van de bescherming wordt voortgezet, zonder dat de watervoorziening op nationale of regionale schaal in gevaar wordt gebracht. Het niveau dat een lidstaat bepaalt ligt tussen 100 Bq/l en 1.000 Bq/l. Ter vereenvoudiging van de nationale wetgeving kunnen de lidstaten ervoor kiezen de parameterwaarde op dit niveau af te stemmen. Nederland legt op basis van bestaande metingen de grens op 100 Bq/L (uit eerdere monitoringsonderzoeken blijkt dat de maximale radonconcentratie in ruw water en drinkwater <20 Bq/L is).

b. Wanneer de radonconcentraties 1.000 Bq/l overschrijden worden remediërende maatregelen zonder meer billijk geacht om redenen van stralingsbescherming. Dit is tot nu toe in Nederland niet aan de orde. Indien nodig is de praktische maatregel: beluchten.

Noot 2: Hoge tritiumniveaus kunnen duiden op andere kunstmatige radionucliden. Als de tritiumconcentratie de parameterwaarde ervan overschrijdt, is een analyse van de aanwezigheid van andere kunstmatige radionucliden noodzakelijk. Dit is geregeld in de Drinkwaterregeling en, in samenhang daarmee, de desbetreffende richtlijn van de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT).

Noot 3: De wijze van monitoring en berekening van de indicatieve dosis is geregeld in de Drinkwaterregeling en, in samenhang daarmee, de desbetreffende richtlijn van de ILT.

Informatie geldend op 23-05-2018

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

  1. Drinkwaterbesluit
    artikel: 13, 22, 23, 24, 25, 28, 29

  2. Drinkwaterregeling
    artikel: 10a, 10, 14, 17
    bijlage: 3, 4, 5

  3. Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening
    artikel: 7
    bijlage: A

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(23-05-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

28-11-2015

wijziging

27-08-2015

Stb. 2015, 330

27-08-2015

Stb. 2015, 330

01-07-2011

nieuwe-regeling

23-05-2011

Stb. 2011, 293

14-06-2011

Stb. 2011, 313

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Drinkwaterwet in werking treedt.