Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 13

  • 1

    Indien het aanwijzen van een netbeheerder als bedoeld in artikel 10, negende lid, niet is geschied binnen vier weken na de aanleg van een net dan wel onverwijld na het intrekken of vervallen van een eerdere aanwijzing, of indien er sprake is van een net waarvoor ten onrechte geen netbeheerder is aangewezen of instemming van Onze Minister met een aanwijzing ontbreekt, kan Onze Minister door aanwijzing van een naamloze of besloten vennootschap een netbeheerder van dat net aanwijzen.

  • 2

    Indien Onze Minister vaststelt dat niet meer voldaan wordt aan de artikelen 10a, 10b, 11, 11a of 11b of dat een netbeheerder in onvoldoende mate in staat is of zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 17b, 18a of 78 te voldoen, om een taak als bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, of 17a uit te voeren , indien artikel 17 of 17b niet wordt nageleefd of indien de netbeheerder deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de met hem verbonden groepsmaatschappij niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 17c, kan Onze Minister de desbetreffende netbeheerder opdragen door hem noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen.

  • 3

    Indien de netbeheerder niet voldoet aan een opdracht als bedoeld in het tweede lid, indien hij vaststelt dat opdrachten, bedoeld in artikel 13a, eerste lid, niet worden uitgevoerd of indien naar het oordeel van Onze Minister door de bedrijfsvoering van deze netbeheerder de continuïteit of de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening voor afnemers in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan Onze Minister:

    • a.

      de aanwijzing van de desbetreffende netbeheerder vervallen verklaren en uiterlijk op de dag waarop die aanwijzing vervalt een andere naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder aanwijzen, of

    • b.

      artikel 13a toepassen.

  • 4

    In een beschikking als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, bepaalt Onze Minister de termijn waarop die aanwijzing vervalt en kan hij degene die de netbeheerder, bedoeld in de aanhef van het derde lid, heeft aangewezen in de gelegenheid stellen binnen een door Onze Minister te bepalen termijn een andere netbeheerder aan hem ter aanwijzing voor te dragen. Onze Minister kan deze termijn eenmaal verlengen.

  • 5

    Onze Minister kan voor de periode totdat een beschikking als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, in werking treedt, artikel 13a toepassen.

  • 6

    Uiterlijk op de dag waarop een beschikking tot aanwijzing van Onze Minister in werking treedt, draagt de netbeheerder of, indien van toepassing, degene aan wie een net toebehoort, de economische eigendom van het net over aan de aangewezen nieuwe netbeheerder. Degene die de netbeheerder, bedoeld in de aanhef van het derde lid, heeft aangewezen, verleent daaraan voor zover nodig zijn medewerking.

  • 7

    De overdracht van de economische eigendom, bedoeld in het zesde lid, geschiedt tegen verrichting van een tegenprestatie waarvan de waarde uiterlijk op de in dat lid bedoelde dag is vastgesteld en die ten hoogste de opbrengst vertegenwoordigt van de exploitatie van het net, zoals deze op basis van algemene bedrijfseconomische uitgangspunten kan worden afgeleid van de door de Autoriteit Consument en Markt in de daaraan voorafgaande periode van vijf jaar vastgestelde tarieven met betrekking tot het netbeheer. Deze tegenprestatie kan zowel bestaan uit een periodieke uitkering als uit een contant bedrag ineens.

  • 8

    Indien de tegenprestatie, bedoeld in het zevende lid, niet kan worden afgeleid uit de vastgestelde tarieven, kan de tegenprestatie worden vastgesteld volgens bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen regels.

  • 9

    Aan de vaststelling van de tegenprestatie, bedoeld in het zevende en achtste lid, verlenen degene die de economische eigendom van het net overdraagt en degene die deze eigendom overneemt, voor zover nodig hun medewerking.

  • 10

    Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde in dit artikel.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(14-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2019

wijziging

09-04-2018

Stb. 2018, 109

34627

26-04-2018

Stb. 2018, 129

Alg. 1

01-08-2014

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 247

33622

02-07-2014

Stb. 2014, 266

01-04-2013

wijziging

28-02-2013

Stb. 2013, 102

33186

13-03-2013

Stb. 2013, 103

20-07-2012

wijziging

12-07-2012

Stb. 2012, 334

32814

12-07-2012

Stb. 2012, 336

01-07-2009

wijziging

25-06-2009

Stb. 2009, 265

31124

25-06-2009

Stb. 2009, 266

01-01-2009

wijziging

08-05-2008

Stb. 2008, 179

31378

24-06-2008

Stb. 2008, 251

Alg. 2

01-01-2008

wijziging

01-07-2004

Stb. 2004, 328

29372

28-12-2006

Stb. 2007, 13

wijziging

23-06-2005

Stb. 2005, 326

29992

28-12-2006

Stb. 2007, 13

Alg. 3

16-01-2007

wijziging

23-11-2006

Stb. 2006, 614

30212

28-12-2006

Stb. 2007, 13

13-12-2006

wijziging

20-11-2006

Stb. 2006, 593

30027

24-11-2006

Stb. 2006, 621

14-07-2004

wijziging

01-07-2004

Stb. 2004, 328

29372

02-07-2004

Stb. 2004, 330

Inwtr. 4

01-07-2003

wijziging

05-06-2003

Stb. 2003, 235

28665

07-06-2003

Stb. 2003, 245

01-07-1999

wijziging

03-06-1999

Stb. 1999, 260

26303

22-06-1999

Stb. 1999, 261

wijziging

02-05-2000

Stb. 2000, 186

02-05-2000

Stb. 2000, 186

01-08-1998

nieuwe-regeling

02-07-1998

Stb. 1998, 427

25621

02-07-1998

Stb. 1998, 428

Opmerkingen

  • 1) Artikel XVII van Stb. 2018/109 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel II van Stb. 2008/179 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) De wijziging is in werking getreden op 1 juli 2005 (Staatsblad 2005/327).

  • 4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.