Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 21

  • 1

    Een netbeheerder stelt periodiek een investeringsplan op waarin alle noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen worden beschreven en onderbouwd.

  • 2

    In een investeringsplan worden ten minste de investeringen opgenomen die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van windparken, die zijn opgenomen in een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening.

  • 3

    Een netbeheerder legt een ontwerpinvesteringsplan achtereenvolgens voor:

    • a.

      aan een ieder ter consultatie en verwerkt de gegeven reacties op de ingediende zienswijzen in het plan,

    • b.

      aan de Autoriteit Consument en Markt en, voor zover het een ontwerpinvesteringsplan voor het landelijk hoogspanningsnet betreft, aan Onze Minister.

  • 4

    De Autoriteit Consument en Markt toetst of een netbeheerder in redelijkheid tot het ontwerpinvesteringsplan heeft kunnen komen.

  • 5

    Onze Minister toetst of de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zich in voldoende mate rekenschap heeft gegeven van ontwikkelingen in de energiemarkt en van het actieplan dat Onze minister ingevolge artikel 15 van verordening 2019/943 heeft vastgesteld.

  • 6

    Een netbeheerder stelt het investeringsplan vast en verantwoordt daarbij hoe de resultaten van consultatie en toetsing zijn verwerkt.

  • 7

    Een netbeheerder voert de in het investeringsplan opgenomen investeringen uit.

  • 8

    Het derde tot en met zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing bij een significante wijziging.

  • 9

    De in het investeringsplan opgenomen investeringen worden noodzakelijk geacht voor de uitvoering van de op grond van deze wet aan een netbeheerder toegekende taken.

  • 10

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:

    • a.

      de termijn waarvoor het investeringsplan geldt,

    • b.

      de nadere inhoud en het aggregatieniveau van een investeringsplan,

    • c.

      de procedure waarlangs een investeringsplan tot stand komt,

    • d.

      de wijze waarop de noodzaak van investeringen wordt aangetoond,

    • e.

      het tijdstip en de frequentie waarmee een investeringsplan dan wel onderdelen daarvan, wordt opgesteld of aangepast,

    • f.

      de wijze waarop en bij wie een ontwerpinvesteringsplan wordt geconsulteerd,

    • g.

      de wijze waarop bekendheid wordt gegeven aan een investeringsplan.

  • 11

    De regels, bedoeld in het tiende lid, kunnen verschillen voor verschillende soorten netten, verschillende delen van netten met een verschillend spanningsniveau en verschillende netbeheerders.

  • 12

    Onze Minister kan een bindende gedragslijn opleggen in het kader van de verplichting om rekenschap te geven van ontwikkelingen in de energiemarkt, bedoeld in het vijfde lid.

Informatie geldend op 14-07-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas
    artikel: 1.1, 2.1, 2.2

  2. Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen
    artikel: 4

  3. Elektriciteitswet 1998
    artikel: 77i, 15a, 16e, 5b, 22

  4. Netcode elektriciteit
    artikel: 9.12

  5. Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet
    artikel: 11

  6. Regeling investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas
    artikel: 3.6

  7. Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit
    artikel: 14

  8. Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 (tijdig realiseren doelstellingen Energieakkoord)
    artikel: V

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(14-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

10-07-2020

wijziging

10-06-2020

Stb. 2020, 236

35283

10-06-2020

Stb. 2020, 236

01-01-2019

wijziging

09-04-2018

Stb. 2018, 109

34627

26-04-2018

Stb. 2018, 129

Alg. 1

01-04-2016

wijziging

23-03-2016

Stb. 2016, 116

34401

23-03-2016

Stb. 2016, 117

01-04-2013

wijziging

28-02-2013

Stb. 2013, 102

33186

13-03-2013

Stb. 2013, 103

01-07-2011

wijziging

02-12-2010

Stb. 2010, 810

31904

27-04-2011

Stb. 2011, 203

15-02-2008

wijziging

15-11-2007

Stb. 2007, 491

30934

24-01-2008

Stb. 2008, 40

01-07-2005

wijziging

23-06-2005

Stb. 2005, 326

29992

23-06-2005

Stb. 2005, 327

wijziging

09-12-2004

Stb. 2005, 172

27639

09-12-2004

Stb. 2005, 172

Alg. 2

14-07-2004

wijziging

01-07-2004

Stb. 2004, 328

29372

02-07-2004

Stb. 2004, 330

Inwtr. 3

01-07-1999

wijziging

02-05-2000

Stb. 2000, 186

02-05-2000

Stb. 2000, 186

01-08-1998

nieuwe-regeling

02-07-1998

Stb. 1998, 427

25621

02-07-1998

Stb. 1998, 428

Opmerkingen

  • 1) Artikel XVII van Stb. 2018/109 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) De wijziging kan niet worden doorgevoerd.

  • 3) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.