Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 215a

  • 1

    Elke schuldeiser heeft tegen de voorlopige verlening van surseance recht van verzet gedurende acht dagen na de dag waarop de surseance voorlopig is verleend op grond van het ontbreken van internationale bevoegdheid bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.

  • 2

    De rechter, die een voorlopige verlening van surseance intrekt, stelt tevens het bedrag vast van de kosten van de surseance van betaling en van het salaris van de bewindvoerder. Hij brengt dit bedrag ten laste van de schuldenaar. Artikel 250, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de bewindvoerder.

Informatie geldend op 10-07-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Faillissementswet
    artikel: 292

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-07-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2023

wijziging

23-11-2022

Stb. 2022, 491

36040

05-12-2022

Stb. 2022, 492

Alg. 1

23-12-2017

nieuw

13-12-2017

Stb. 2017, 497

34729

13-12-2017

Stb. 2017, 497

Opmerkingen

  • 1) Artikel IV van Stb. 2022/491 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.