Bij het voorlopig verlenen der surseance kan de rechtbank zodanige bepalingen maken, als zij ter beveiliging van de belangen der schuldeisers nodig oordeelt.
Zij kan dit ook gedurende de surseance doen op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders of van één of meer schuldeisers dan wel ambtshalve.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Faillissementswet
artikel: 226, 283
(10-07-2024)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
23-11-2022 |
05-12-2022 |
||||||
|
tekstplaatsing-wijziging |
24-11-2005 |
24-11-2005 |
||||||
|
wijziging |
06-05-1976 |
Stb. 1976, 280 |
05-03-1977 |
Stb. 1977, 129 |
||||
|
nieuw |
07-02-1935 |
Stb. 1935, 41 |
14-02-1935 |
Stb. 1935, 49 |
||||
|
vervallen |
16-05-1925 |
Stb. 1925, 191 |
16-05-1925 |
Stb. 1925, 191 |
||||
|
nieuwe-regeling |
30-09-1893 |
Stb. 1893, 140 |
20-01-1896 |
Stb. 1896, 9 |
||||