Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 350

  • 1

    De rechtbank kan de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigen op voordracht van de rechter-commissaris of op verzoek van de bewindvoerder, van de schuldenaar dan wel van een of meer schuldeisers. Zij kan zulks ook ambtshalve doen.

  • 2

    Alvorens te beslissen roept de rechtbank de schuldenaar op teneinde door haar te worden gehoord. Tevens kan zij schuldeisers en de bewindvoerder daartoe oproepen.

  • 3

    Een beëindiging bedoeld in het eerste lid geschiedt indien:

    • a.

      de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, zijn voldaan;

    • b.

      de schuldenaar in staat is zijn betalingen te hervatten;

    • c.

      de schuldenaar een of meer van zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt of door zijn doen of nalaten de uitvoering van de schuldsaneringsregeling anderszins belemmert dan wel frustreert;

    • d.

      de schuldenaar bovenmatige schulden doet of laat ontstaan;

    • e.

      de schuldenaar tracht zijn schuldeisers te benadelen;

    • f.

      feiten en omstandigheden bekend worden die op het tijdstip van de indiening van het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling reeds bestonden en die reden zouden zijn geweest het verzoek af te wijzen overeenkomstig artikel 288, eerste en tweede lid;

    • g.

      de schuldenaar aannemelijk maakt niet in staat te zijn aan zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen te voldoen.

  • 4

    De uitspraak geschiedt bij vonnis. In de gevallen bedoeld in het derde lid, onder a en b, en bij het ontbreken van enige baten voor uitdeling, blijft verificatie van vorderingen alsmede het opmaken van en uitdelingslijst achterwege en eindigt de schuldsanering door het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis.

  • 5

    Indien de beëindiging geschiedt op grond van het bepaalde in het derde lid, onder c tot en met g, en er baten beschikbaar zijn om daaruit vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, verkeert de schuldenaar van rechtswege in staat van faillissement zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. De rechtbank benoemt terstond een rechter-commissaris en een curator.

  • 6

    Van de beëindiging wordt door de bewindvoerder aankondiging gedaan in de Staatscourant of, indien het vijfde lid toepassing vindt, door de curator in de publicatie bedoeld in artikel 14, derde lid.

Informatie geldend op 10-07-2024

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Faillissementswet
    artikel: 358a, 354a, 349a, 301, 303, 320, 335, 338, 351, 359, 361

  2. Leidraad Invordering 2008
    tekst: tekst

  3. Wet hersteloperatie toeslagen
    artikel: 4.6

  4. Wijzigingswet Faillissementswet (herziening schuldsaneringsregeling natuurlijke personen)
    artikel: IV

  5. Zorgverzekeringswet
    artikel: 18d

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(10-07-2024)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-09-2017

wijziging

13-07-2016

Stb. 2016, 290

34212

01-05-2017

Stb. 2017, 174

Alg. 1

01-01-2008

wijziging

24-05-2007

Stb. 2007, 192

29942

18-06-2007

Stb. 2007, 222

01-12-2005

tekstplaatsing-wijziging

24-11-2005

Stb. 2005, 600

24-11-2005

Stb. 2005, 600

Alg. 2

15-01-2005

wijziging

24-11-2004

Stb. 2004, 615

27244

30-12-2004

Stb. 2005, 10

01-12-1998

nieuw

25-06-1998

Stb. 1998, 445

22969

09-11-1998

Stb. 1998, 622

Opmerkingen

  • 1) Artikel CIX van Stb. 2016/290 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling.