De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. Hij regelt daarbij de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze, daaronder begrepen de wijze waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waaromtrent door een raadscommissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.
De burgemeester en de wethouders zijn geen lid van een raadscommissie.
Bij de samenstelling van een raadscommissie zorgt de raad, voor zover het de benoeming betreft van leden van de raad, voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.
Een lid van de raad is voorzitter van een raadscommissie.
De artikelen 19 en 21 tot en met 23 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een raadscommissie, met dien verstande dat in artikel 19 voor «burgemeester» wordt gelezen «voorzitter van de raadscommissie».
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Circulaire Introductie bij gemeenten van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
bijlage: bij de circulaire van 28 november 2018 (kenmerk 2018-0000918502) betreffende de introductie bij gemeenten van het nieuwe Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Gemeentewet
artikel: 155a, 84
Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
artikel: 3.1
Wet adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers
artikel: 2
Wet dualisering gemeentebestuur
artikel: VII
(19-02-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
Aanhangig |
||||||||
Aanhangig |
||||||||
wijziging |
13-10-2022 |
13-12-2022 |
||||||
wijziging |
13-12-2010 |
11-02-2011 |
||||||
t/m 07-03-2002 |
wijziging |
06-02-2003 |
08-02-2003 |
|||||
wijziging |
28-02-2002 |
28-02-2002 |
||||||
wijziging |
26-11-1993 |
Stb. 1993, 611 |
26-11-1993 |
Stb. 1993, 611 |
||||
nieuwe-regeling |
14-02-1992 |
Stb. 1992, 96 |
11-11-1993 |
Stb. 1993, 610 |
Opmerkingen
1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet.
2) Geen terugwerkende kracht ten aanzien van de gemeenten Bemmel, Bergen, Dalfsen, Denekamp, Echt-Susteren, Hardenberg, Hof van Twente, Hulst, Kesteren, Olst-Wijhe, Oss, Overbetuwe, Raalte, Rijssen, Sittard-Geleen, Sluis, Steenwijk, Terneuzen, Venlo, Zwartewaterland en Zwijndrecht.
3) Treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 ten aanzien van de gemeenten Axel, Bemmel, Bergen, Dalfsen, Denekamp, Echt, Hardenberg, Heerjansdam, Hof van Twente, Hontenisse, Hulst, Kesteren, Olst-Wijhe, Oostburg, Oss, Overbetuwe, Raalte, Ravenstein, Rijssen, Sas van Gent, Sittard-Geleen, Sluis-Aardenburg, Steenwijk, Susteren, Terneuzen, Venlo, Zwartewaterland en Zwijndrecht.