De belasting, bedoeld in artikel 225, eerste lid, onder a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel op andere wijze.
Als voldoening op aangifte wordt uitsluitend aangemerkt:
het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van een parkeermeter of een parkeerautomaat op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften;
indien ingevolge artikel 235, eerste lid, een wielklem is aangebracht, de voldoening op aangifte op de door het college bepaalde wijze.
Ingeval een naheffingsaanslag wordt opgelegd, wordt deze berekend over een parkeerduur van een uur, tenzij aannemelijk is dat het voertuig langer dan een uur zonder betaling geparkeerd heeft gestaan.
De artikelen 67b, 67c en 67f van de Algemene wet blijven buiten toepassing.
Ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag worden kosten in rekening gebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van de naheffingsaanslag en worden afzonderlijk op het aanslagbiljet vermeld. Ten aanzien van hetzelfde voertuig worden per aaneengesloten periode de kosten niet vaker dan eenmaal per kalenderdag in rekening gebracht.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze van berekening en de maximale hoogte van de in het vijfde lid bedoelde kosten. In de belastingverordening wordt het bedrag van de in rekening te brengen kosten bepaald.
Overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 wordt het aanslagbiljet bekendgemaakt door toezending of uitreiking. In afwijking daarvan kan het aanslagbiljet ook worden aangebracht op of aan het voertuig. Alsdan vermeldt het aanslagbiljet niet de naam van de belastingschuldige maar het kenteken van het voertuig. Bij gebreke van een kenteken vermeldt het aanslagbiljet een of meer gegevens die kenmerkend zijn voor het geparkeerde voertuig.
De naheffingsaanslag is dadelijk en ineens invorderbaar.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
bijlage: 2
Gemeentewet
artikel: 235
Wet inkomstenbelasting 2001
artikel: 3.14
Wet milieubeheer
artikel: 15.33
Wet op de loonbelasting 1964
artikel: 11e, 31
(19-02-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
01-07-2020 |
01-04-2021 |
||||||
wijziging |
02-07-2014 |
08-10-2014 |
||||||
wijziging |
20-12-2012 |
20-12-2012 |
||||||
wijziging |
15-12-2004 |
16-12-2004 |
||||||
wijziging |
28-02-2002 |
28-02-2002 |
||||||
wijziging |
18-12-1997 |
18-12-1997 |
||||||
wijziging |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
||||
nieuwe-regeling |
14-02-1992 |
Stb. 1992, 96 |
11-11-1993 |
Stb. 1993, 610 |
Opmerkingen
1) Deel C, artikel I, van Stb. 2012/682 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
3) Treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 ten aanzien van de gemeenten Axel, Bemmel, Bergen, Dalfsen, Denekamp, Echt, Hardenberg, Heerjansdam, Hof van Twente, Hontenisse, Hulst, Kesteren, Olst-Wijhe, Oostburg, Oss, Overbetuwe, Raalte, Ravenstein, Rijssen, Sas van Gent, Sittard-Geleen, Sluis-Aardenburg, Steenwijk, Susteren, Terneuzen, Venlo, Zwartewaterland en Zwijndrecht.