Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, kan binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan, of, voor zover het een belasting betreft die bij wege van aanslag wordt geheven en op dat tijdstip nog geen aanslagbiljet is uitgereikt of is toegezonden, binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet, een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar.
Het eerste lid vindt overeenkomstige toepassing ingeval de belasting op andere wijze wordt geheven.
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar beslist op de aanvraag bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet milieubeheer
artikel: 15.33
Wet op de bedrijveninvesteringszones
artikel: 2
(19-02-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
06-11-1997 |
11-12-1997 |
||||||
wijziging |
10-04-1997 |
28-05-1997 |
||||||
wijziging |
04-06-1992 |
Stb. 1992, 422 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
nieuwe-regeling |
14-02-1992 |
Stb. 1992, 96 |
11-11-1993 |
Stb. 1993, 610 |