Een gasturbine of gasturbine-installatie wordt zodanig gebruikt dat de emissie van stikstofoxiden met het rookgas, betrokken op de warmte-inhoud van de toegevoerde brandstof, niet meer bedraagt dan:
voor een gasturbine, waarvoor voor 1 mei 1998 vergunning is verleend: 200 g/GJ, vermenigvuldigd met een factor gelijk aan eendertigste van het gasturbinerendement en teruggerekend op ISO-luchtcondities;
voor een gasturbine, waarvoor op of na 1 mei 1998, maar voor 27 november 2002 vergunning is verleend en voor een gasturbine met een thermisch vermogen van minder dan 50 MW, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 65 g/GJ, teruggerekend op ISO-luchtcondities;
voor een met aardgas gestookte gasturbine met een thermisch vermogen van 50 MW of meer, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 45 g/GJ;
voor een met andere brandstoffen dan aardgas gestookte gasturbine met een thermisch vermogen van 50 MW of meer, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 65 g/GJ;
voor een gasturbine-installatie, waarvoor voor 27 november 2002 vergunning is verleend, en voor een gasturbine-installatie met een thermisch vermogen van minder dan 50 MW, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 65 g/GJ, vermenigvuldigd met een factor gelijk aan eendertigste van het gasturbinerendement en teruggerekend op ISO-luchtcondities;
voor een met aardgas gestookte gasturbine-installatie met een thermisch vermogen van 50 MW of meer, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 45 g/GJ;
voor een met andere brandstoffen dan aardgas gestookte gasturbine-installatie met een thermisch vermogen van 50 MW of meer, waarvoor op of na 27 november 2002 vergunning is verleend: 65 g/GJ.
Bij toepassing van het eerste lid wordt een vermenigvuldigingsfactor die kleiner is dan 1, gesteld op 1.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, indien in een gasturbine of gasturbine-installatie andere gasvormige brandstoffen dan aardgas van standaardkwaliteit worden gestookt, de factor, bedoeld in het eerste lid, onder a en e, vermenigvuldigd met een factor die gelijk is aan de verhouding van de onderste verbrandingswaarde van de ingezette brandstof, uitgedrukt in MJ/kg, tot een verbrandingswaarde van 38 MJ/kg, met dien verstande dat de laatstgenoemde factor minimaal 0,9 en maximaal 1,1 bedraagt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(30-10-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2016 |
intrekking-regeling |
13-10-2012 |
13-10-2012 |
|||||
wijziging |
23-02-2005 |
23-02-2005 |
||||||
wijziging |
18-03-1998 |
18-03-1998 |
||||||
wijziging |
26-08-1992 |
Stb. 1992, 451 |
23-10-1993 |
Stb. 1993, 580 |
||||
wijziging |
26-08-1992 |
Stb. 1992, 451 |
26-08-1992 |
Stb. 1992, 451 |
||||
nieuwe-regeling |
10-04-1987 |
Stb. 1987, 164 |
10-04-1987 |
Stb. 1987, 164 |