Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2.6.9 (militaire radarstations, beperkingen rondom een radarstation en beoordeling gevolgen van bouwwerken)

  • 1

    Bij de eerstvolgende herziening van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een radarstation op gronden buiten een militair terrein of militair luchtvaartterrein, wordt voor die gronden de bestemming «Maatschappelijk – militaire zend- en ontvangstinstallatie» opgenomen en worden geen bestemmingen opgenomen die een belemmering kunnen vormen voor de functionele bruikbaarheid van dat radarstation.

  • 2

    Bij de eerstvolgende herziening van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een radarverstoringsgebied voor een radarstation, worden geen bestemmingen opgenomen die het oprichten van bouwwerken mogelijk maken die door hun hoogte onaanvaardbare gevolgen kunnen hebben voor de werking van de radar.

  • 3

    Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, worden de maximale bouwhoogten binnen de radarverstoringsgebieden, bedoeld in artikel 2.6.2, negende lid, vastgesteld.

  • 4

    Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden als bedoeld in het tweede lid, waarbij wordt overwogen het oprichten van bouwwerken mogelijk te maken die de maximale hoogte, bedoeld in het derde lid, overschrijden, wordt een beoordeling gemaakt van de mate waarin het radarbeeld door die bouwwerken wordt verstoord.

  • 5

    Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de gevolgen, bedoeld in het vierde lid, bij die beoordeling worden bepaald en beschreven. Die regels kunnen mede betreffen de wijze van de totstandkoming van de beoordeling.

  • 6

    Onze Minister van Defensie beoordeelt de toereikendheid van de beoordeling, bedoeld in het vierde lid, en de aanvaardbaarheid van de daarin beschreven gevolgen voor de werking van de radar.

  • 7

    De regels, bedoeld in het derde tot en met zesde lid, zijn niet van toepassing op bouwwerken:

    • a.

      die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit reeds in het radarverstoringsgebied, bedoeld in het derde lid, onder a, aanwezig waren;

    • b.

      waarvoor de bouwvergunning vóór dat tijdstip is verleend, of waarvan de bouw in het op dat tijdstip geldende bestemmingsplan is toegestaan.

Informatie geldend op 07-11-2017

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
    artikel: 2.6.1

  2. Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
    artikel: 4a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-11-2017)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2012

nieuwe-regeling

22-08-2011

Stb. 2011, 391

17-09-2012

Stb. 2012, 434

wijziging

28-08-2012

Stb. 2012, 388

17-09-2012

Stb. 2012, 434

Alg. 1

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het zevende lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.