Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 20 Toekenning uitkering binnen vijf jaar na intrekking of niet-toekenning

  • 1

    Indien de verzekerde:

    • a.

      wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering wegens afneming van arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 19, eerste lid, onderdeel b, is ingetrokken; of

    • b.

      die aan het einde van de wachttijd, bedoeld in artikel 7, tweede lid, ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling, maar geen recht had op arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat hij niet arbeidsongeschikt was;

    binnen vijf jaar na de datum van die intrekking dan wel binnen vijf jaar na het bereiken van het einde van die wachttijd arbeidsongeschikt wordt en deze arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als die waaruit de arbeidsongeschiktheid ter zake waarvan de ingetrokken uitkering werd genoten dan wel als die op grond waarvan hij ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling voortkomt, vindt toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering steeds plaats, zodra die arbeidsongeschiktheid onafgebroken vier weken heeft geduurd.

  • 2

    Voor het bepalen van het tijdvak van vier weken, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18 of 3:30, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak. Bij de vaststelling van de eerstgenoemde periode van vier weken blijven perioden, waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18 of 3:30, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, buiten beschouwing.

  • 3

    Dit artikel vindt geen toepassing indien op grond van artikel 21 aanspraak bestaat op heropening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

  • 4

    In de gevallen, waarin dit artikel toepassing vindt wordt de grondslag van de toe te kennen arbeidsongeschiktheidsuitkering niet lager gesteld dan de grondslag die voor de berekening van de laatstelijk ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking werd genomen, dan wel de grondslag die in aanmerking zou zijn genomen, indien na het einde van de wachttijd, bedoeld in artikel 7, eerste lid, recht zou hebben bestaan op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, zoals die sinds de beëindiging van de uitkering onderscheidenlijk sinds het einde van die wachttijd op grond van artikel 8 zou zijn herzien.

  • 5

    De artikelen 7b, 7c en 7d en de daarop berustende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van dit artikel wordt toegekend en tevens recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet bestaat, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering uitbetaald voor zover deze het ziekengeld overtreft, danwel zou overtreffen, indien het ziekengeld op grond van artikel 45 van de Ziektewet geheel of gedeeltelijk is geweigerd.

Informatie geldend op 22-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen
    artikel: XIII

  2. Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
    artikel: 12a

  3. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
    artikel: 59a, 3, 102

  4. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
    artikel: 43a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(22-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-2017

wijziging

16-01-2017

Stb. 2017, 78

34577

22-09-2017

Stb. 2017, 354

01-01-2011

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 867

32421

23-12-2010

Stb. 2010, 868

wijziging

16-12-2010

Stb. 2010, 838

32520

23-12-2010

Stb. 2010, 839

01-09-2005

wijziging

06-07-2004

Stb. 2004, 324

29497

15-04-2005

Stb. 2005, 206

wijziging

03-02-2005

Stb. 2005, 65

27826

15-04-2005

Stb. 2005, 206

01-08-2004

wijziging

06-07-2004

Stb. 2004, 324

29497

09-07-2004

Stb. 2004, 357

Inwtr. 1

01-12-2001

wijziging

16-11-2001

Stb. 2001, 568

27208

20-11-2001

Stb. 2001, 569

01-05-2000

wijziging

22-12-1999

Stb. 1999, 595

26063

28-01-2000

Stb. 2000, 54

31-12-1998

wijziging

24-12-1998

Stb. 1998, 742

26239

24-12-1998

Stb. 1998, 742

Inwtr. 2

01-01-1998

wijziging

24-04-1997

Stb. 1997, 176

24758

02-09-1997

Stb. 1997, 391

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 2) Artikel 3 werkt terug tot en met 1 juli 1998. Artikel 8, zestiende lid, 29 en 59 werken terug tot en met 1 januari 1998.