Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 7 Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering

  • 1

    Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft de verzekerde die arbeidsongeschikt wordt indien hij in de 52 weken onmiddellijk voorafgaande aan de dag, waarop de arbeidsongeschiktheid is ingetreden, arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven heeft verricht gericht op het verwerven van winst of inkomsten. Als eerste dag van de arbeidsongeschiktheid geldt de eerste werkdag waarop wegens ziekte niet is gewerkt of het werken tijdens de werktijd is gestaakt. Bij ministeriële regeling kunnen nadere en afwijkende regels worden gesteld in verband met het voor bijzondere gevallen vaststellen van welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt.

  • 2

    Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering gaat niet eerder in dan nadat de arbeidsongeschiktheid onafgebroken 52 weken heeft geduurd en na afloop van dat tijdvak voortduurt.

  • 3

    Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het tweede lid, worden perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld, indien zij elkaar met onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling op grond van artikel 3:18 of 3:30, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg wordt genoten, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

  • 4

    Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft eveneens de verzekerde die na afloop van het in het tweede lid bedoelde tijdvak van 52 weken niet arbeidsongeschikt is, doch ten aanzien van wie dit wel het geval is binnen vier onafgebroken weken na afloop van dat tijdvak.

  • 5

    Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het tweede lid, worden steeds in aanmerking genomen tijdvakken, gedurende welke de verzekerde recht zou hebben gehad op ziekengeld op grond van de Ziektewet, indien hij op grond van die wet zou zijn verzekerd.

  • 6

    Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid wordt niet als arbeidsongeschikt beschouwd de verzekerde die minder dan 25% arbeidsongeschikt is alsmede de verzekerde die een uitkering geniet als bedoeld in het derde lid.

Informatie geldend op 22-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling bepaling eerste werkdag

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregel verhoging uitkering bij hulpbehoevendheid
    artikel: 1

  2. Regeling bepaling eerste werkdag
    artikel: 2

  3. Wet arbeid en zorg
    artikel: 3:29

  4. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
    artikel: 7a, 21a, 7b, 21b, 7c, 21c, 101b, 7d, 21d, 3, 8, 13, 20, 35, 102

  5. Wet beperking export uitkeringen
    artikel: X

  6. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
    artikel: 43a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(22-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

29-12-2005

wijziging

22-12-2005

Stb. 2005, 710

30318

22-12-2005

Stb. 2005, 711

01-09-2005

wijziging

06-07-2004

Stb. 2004, 324

29497

15-04-2005

Stb. 2005, 206

wijziging

03-02-2005

Stb. 2005, 65

27826

15-04-2005

Stb. 2005, 206

01-08-2004

wijziging

06-07-2004

Stb. 2004, 324

29497

09-07-2004

Stb. 2004, 357

Inwtr. 1

01-01-2002

wijziging

29-11-2001

Stb. 2001, 625

27665

13-12-2001

Stb. 2001, 682

01-12-2001

wijziging

16-11-2001

Stb. 2001, 568

27208

20-11-2001

Stb. 2001, 569

01-01-1998

wijziging

24-04-1997

Stb. 1997, 176

24758

02-09-1997

Stb. 1997, 391

wijziging

24-12-1997

Stb. 1997, 794

25415

02-09-1997

Stb. 1997, 391

Inwtr. 2

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

  • 2) Treedt in werking als de wet in werking treedt.