De vakantie-uitkering bedraagt acht procent van het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering, waarop recht bestond in het tijdvak van twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei.
Indien artikel 16a, 21, zevende lid, 58, 59 of 59a is toegepast, wordt onder het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in het eerste lid, verstaan het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, nadat dat artikel toepassing heeft gevonden.
Indien het percentage van de vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, wordt gewijzigd, treedt dit gewijzigde percentage in de plaats van het in het eerste lid genoemde percentage. Het gewijzigde percentage wordt in aanmerking genomen over de uitkering waarop recht bestaat over het tijdvak aanvangende met de dag waarop de wijziging ingaat.
De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(22-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
14-11-2016 |
26-11-2016 |
||||||
wijziging |
25-06-2009 |
25-06-2009 |
||||||
wijziging |
10-11-2005 |
02-12-2005 |
||||||
wijziging |
16-11-2001 |
20-11-2001 |
||||||
wijziging |
24-04-1997 |
02-09-1997 |
Opmerkingen
1) De wijzigingsopdracht is niet geheel juist.