Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 39

  • 1

    De rechter beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek tot het verlenen van een machtiging. Indien het verzoek betrekking heeft op een cliënt die reeds in een accommodatie verblijft, beslist de rechter in elk geval binnen drie weken na de datum van indiening van het verzoekschrift. Indien het verzoek een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling betreft, beslist de rechter binnen drie werkdagen, te rekenen vanaf de dag na die van het indienen van het verzoek door het CIZ.

  • 2

    De beschikking vermeldt de gronden die hebben geleid tot het al dan niet afgeven van de machtiging.

  • 3

    Indien de rechter redenen heeft om van het advies van het CIZ af te wijken, vermeldt hij deze redenen in de beschikking.

  • 4

    De machtiging tot opname en verblijf heeft een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden en de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling heeft een geldigheidsduur van ten hoogste zes weken na dagtekening, onverminderd de artikelen 47 en 48.

  • 5

    Indien een cliënt al op grond van een machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie verblijft, kan de rechter een eerstvolgende machtiging tot opname en verblijf verlenen met een geldigheidsduur van ten hoogste twee jaren ten aanzien van cliënten met een verstandelijke handicap en ten hoogste vijf jaren ten aanzien van cliënten met een psychogeriatrische aandoening. Daarop volgende machtigingen kunnen telkens opnieuw door de rechter verleend worden voor een periode van ten hoogste vijf jaren.

  • 6

    In afwijking van het vijfde lid, kan de rechter voor een cliënt die al op grond van een machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie verblijft en waarvan kennelijk duidelijk is dat er geen wijziging zal optreden in de voldoening aan de criteria voor opname en verblijf als bedoeld in artikel 24, derde en vierde lid, een eerstvolgende machtiging verlenen voor een periode van ten hoogste vijf jaren.

  • 7

    De machtiging kan niet meer ten uitvoer worden gelegd wanneer meer dan vier weken na haar dagtekening zijn verlopen.

  • 8

    Tegen de beschikking op een verzoek tot het verlenen van een machtiging staat geen hoger beroep open.

  • 9

    De beschikking van de rechter is bij voorraad uitvoerbaar.

Informatie geldend op 14-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
    artikel: 28aa, 28ad

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(14-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

03-12-2014
samen met
24-01-2018

Stb. 2014, 494
samen met
Stb. 2018, 37

33891
samen met
32399

Alg. 1

06-11-2021

wijziging

29-09-2021

Stb. 2021, 468

35667

28-10-2021

Stb. 2021, 523

01-01-2020

nieuwe-regeling

24-01-2018

Stb. 2018, 36

31996

21-11-2019

Stb. 2019, 437

wijziging

24-01-2018

Stb. 2018, 37

32399

21-11-2019

Stb. 2019, 437

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2018/37.