De Minister kan subsidie verlenen aan ondernemingen voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.
De subsidie voor industrieel onderzoek bedraagt 40 procent van de subsidiabele kosten.
De subsidie voor experimentele ontwikkeling bedraagt 25 procent van de subsidiabele kosten.
De subsidie voor experimentele ontwikkeling kan met 15 procent van de subsidiabele kosten worden verhoogd, indien:
het project daadwerkelijke samenwerking tussen ten minste twee onderling onafhankelijke ondernemingen behelst en aan de volgende voorwaarden is voldaan:
geen van de ondernemingen neemt meer dan 70 procent van de in aanmerking komende kosten van het samenwerkingsproject voor haar rekening,
het project behelst samenwerking met ten minste één kleine of middelgrote onderneming, of
het project behelst grensoverschrijdende samenwerking in ten minste twee verschillende lidstaten,
het project daadwerkelijke samenwerking behelst tussen een onderneming en een onderzoeksorganisatie en aan de volgende voorwaarden voldoet:
de onderzoeksorganisatie draagt ten minste 10 procent van de subsidiabele projectkosten, en
de onderzoeksorganisatie heeft het recht de resultaten van de onderzoeksprojecten te publiceren voor zover deze afkomstig zijn van het door die organisatie uitgevoerde onderzoek.
Voor de toepassing van het vierde lid wordt onder daadwerkelijke samenwerking niet verstaan uitbesteding.
(18-02-2015)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
04-07-2013 |
t/m 01-01-2012 |
intrekking-regeling |
15-05-2013 |
14-06-2013 |
||||
|
nieuw |
25-06-2009 |
25-06-2009 |
||||||
Opmerkingen
1) Regeling van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.