Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 14f

  • 1

    Degene die een pilotstortplaats drijft, draagt zorg voor de monitoring van de concentraties van verontreinigende stoffen waarvoor toetswaarden zijn vastgesteld, die na afloop van het experiment in het percolaat aanwezig kunnen zijn.

  • 2

    De monitoring vindt plaats overeenkomstig de Handreiking Gebruik Emissie Toetswaarden.

  • 3

    De resultaten van de monitoring worden gerapporteerd aan het bevoegd gezag ten behoeve van de evaluaties, bedoeld in artikel 17e, vierde en zevende lid, van het Stortbesluit.

Informatie geldend op 23-01-2019

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(23-01-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2016

nieuw

17-05-2016

Stcrt. 2016, 23631

23-05-2016

Stb. 2016, 204

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop hoofdstuk IIIA van het Stortbesluit bodembescherming (Stb. 2012/350) in werking treedt.