Onze Minister legt een bestuurlijke boete op aan de inburgeringsplichtige die de onderdelen van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen b en c, niet binnen de in artikel 7b, eerste lid, genoemde termijn, of de met toepassing van artikel 7b, derde lid, of van de krachtens artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, gestelde regels verlengde termijn, heeft behaald.
In afwijking van het eerste lid, legt Onze Minister geen boete op, indien bij of krachtens artikel 18 van de Vreemdelingenwet 2000 de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt afgewezen dan wel bij of krachtens artikel 19 van die wet de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingetrokken.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgeving inburgering 2014
artikel: 1
Regeling inburgering
artikel: 6.1
Vreemdelingenbesluit 2000
artikel: 3.80a, 3.96a, 3.107a
Wet inburgering
artikel: 32
Wijzigingswet Wet inburgering (vrijwillige inburgering, persoonlijk inburgeringsbudget en harmoniseren handhavingstermijnen)
artikel: IV
Wijzigingswet Wet inburgering, enz. (versterking eigen verantwoordelijkheid inburgeringsplichtige)
artikel: X
(31-12-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2022 |
intrekking-regeling |
02-12-2020 |
30-11-2021 |
|||||
wijziging |
23-06-2017 |
26-06-2017 |
||||||
wijziging |
13-09-2012 |
13-10-2012 |
||||||
wijziging |
03-12-2009 |
03-12-2009 |
||||||
nieuwe-regeling |
30-11-2006 |
05-12-2006 |