Op de voorbereiding van een beschikking tot verlening, wijziging of intrekking van een vergunning voor het lozen of storten van stoffen of, in de gevallen bedoeld in artikel 6.4, het onttrekken van grondwater of infiltreren van water, zijn, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders wordt bepaald, de afdelingen 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing. Bij de toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht worden de stukken als bedoeld in artikel 3:11 van die wet tevens ter inzage gelegd in de gemeente waar de handeling geheel of in hoofdzaak wordt verricht.
Een vergunning voor het onttrekken van grondwater of infiltreren van water als bedoeld in artikel 6.4, wordt niet verleend of gewijzigd dan nadat het bestuur van het betrokken waterschap door gedeputeerde staten in de gelegenheid is gesteld advies te geven omtrent de aanvraag of het ontwerp van de op de aanvraag te nemen beschikking.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen bestuursorganen worden aangewezen, die door het bevoegd gezag in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen omtrent het ontwerp van de beschikking tot verlening of wijziging van een vergunning.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(01-07-2020)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuwe-regeling |
29-01-2009 |
10-12-2009 |
||||||
|
tekstplaatsing-vernummering |
20-11-2009 |
10-12-2009 |
||||||