Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 6.8

Het gebruik, bedoeld in art 6.15, eerste lid, van het besluit, wordt in ieder geval zodanig uitgevoerd dat:

  • a.

    de tot stand gebrachte werken door de gebruiker in goede staat worden onderhouden;

  • b.

    van calamiteiten of gebreken en andere onvolkomenheden door de gebruiker onmiddellijk mededeling wordt gedaan aan de minister;

  • c.

    de gebruiker alle maatregelen treft die, zowel in het belang van een vlotte en veilige verkeersregulering als in het belang van de instandhouding van het betreffende oppervlaktewaterlichaam of bijbehorend kunstwerk noodzakelijk zijn;

  • d.

    de stabiliteit van oeverconstructies niet in gevaar wordt gebracht;

  • e.

    na beëindiging van tijdelijke activiteiten het gebruikte deel van het oppervlaktewaterlichaam of bijbehorend kunstwerk, wanneer dat redelijkerwijs mogelijk is, weer in de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht;

  • f.

    tijdens de activiteit of werkzaamheden het oppervlaktewaterlichaam of bijbehorend kunstwerk bereikbaar blijft voor de beheerder en voor hulpdiensten;

  • g.

    bestaand gebruik op de desbetreffende locatie redelijkerwijs zo min mogelijk hinder ondervindt, en

  • h.

    het gebruikte materiaal en materieel tijdig wordt verwijderd bij zodanig hoog water dat overstroming of wegslag hiervan dreigt.

Informatie geldend op 07-07-2020

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Waterregeling
    artikel: 6.15, 6.9

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(07-07-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

22-12-2009

nieuwe-regeling

07-12-2009

Stcrt. 2009, 19353

07-12-2009

Stcrt. 2009, 19353