De subsidie bedraagt:
90 procent van de subsidiabele kosten, indien de subsidieaanvraag een project betreft dat valt onder een of meer van de doelen, genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, b of d, van de wet;
40 procent van de subsidiabele kosten indien de subsidieaanvraag een project betreft dat valt onder het doel, genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de wet.
Projecten komen in aanmerking voor subsidie indien het toe te kennen subsidiebedrag niet hoger is dan: € 7500 per zelfstandige onderneming.
De subsidieaanvrager legt bij de subsidieaanvraag een de-minimisverklaring overeenkomstig het model in de bijlage bij deze regeling over. Ingeval van een subsidieaanvraag namens een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1.4, derde lid, legt elke aan het samenwerkingsverband deelnemende onderneming een dergelijke verklaring over.
Indien een onderneming in het lopende belastingjaar of in de twee voorgaande belastingjaren enige andere vorm van de-minimissteun heeft ontvangen, dan wordt de subsidie zodanig lager vastgesteld dat de subsidie opgeteld bij deze eerdere steun het bedrag genoemd in het tweede lid niet overschrijdt.
Subsidie op grond van deze paragraaf wordt niet gecumuleerd met subsidie op grond van andere onderdelen van het Waddenfonds voor hetzelfde project.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(18-02-2015)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
04-07-2013 |
t/m 01-01-2012 |
intrekking-regeling |
15-05-2013 |
14-06-2013 |
||||
|
vernummering |
25-06-2009 |
25-06-2009 |
||||||