Het aantal vervuilingseenheden met betrekking tot het zuurstofverbruik, VeO, wordt berekend door de som van het aantal gedurende elk etmaal van het heffingsjaar afgevoerde hoeveelheden zuurstofverbruik, uitgedrukt in kilogrammen, te delen door 54,8 kilogram.
De gedurende een etmaal afgevoerde hoeveelheid zuurstofverbruik, uitgedrukt in kilogrammen, wordt berekend volgens de formule:
waarbij:
Q = het debiet in m3/etmaal;
CZV = het chemisch zuurstofverbruik bepaald volgens de in artikel 7.15 vermelde analysevoorschriften, in mg/l;
NKj = de som van ammonium-stikstof en organisch gebonden stikstof, bepaald volgens de in artikel 7.15 vermelde analysevoorschriften, in mg/l.
Indien de CZV-waarde voor ten minste 25% afkomstig is van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen in het afvalwater, wordt op die waarde een correctie toegepast door deze te vermenigvuldigen met de breuk
waarbij:
T = het percentage CZV, afkomstig van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen.
T wordt berekend bij:
het lozen in een oppervlaktewaterlichaam van zuurstofbindende stoffen, vanuit een inrichting, in gebruik bij een provincie, een gemeente, een waterschap of een ander openbaar lichaam of het brengen van zuurstofbindende stoffen met biochemisch zuurstofverbruik van niet meer dan 20 mg/l vanuit een bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, van de wet, met behulp van de methode van het biochemisch zuurstofverbruik na vijf dagen, volgens de in artikel 7.15 vermelde analysevoorschriften, in mg/l;
het lozen in een oppervlaktewaterlichaam van zuurstofbindende stoffen in andere dan de onder a bedoelde gevallen met behulp van een andere toereikende bepalingsmethode.
(07-07-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
26-03-2014 |
26-03-2014 |
||||||
nieuwe-regeling |
07-12-2009 |
07-12-2009 |