Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 19a

  • 1

    De verzekerde, bedoeld in artikel 19, heeft geen recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering indien de dag waarop het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou ingaan dan wel de dag na afloop van de toepassing van artikel 19b met betrekking tot dat recht op uitkering, is gelegen in een periode dat hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

  • 2

    De persoon, die op grond van het eerste lid geen recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft alsmede de persoon die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt is, maar op grond van artikel 19b van de Ziektewet geen recht heeft op ziekengeld, wordt vanaf de dag dat hij in vrijheid wordt gesteld weer als verzekerde aangemerkt en heeft met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien hij op die dag arbeidsongeschikt is. Artikel 19, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. De artikelen 18, tweede tot en met vierde lid, en 30, eerste lid, onderdeel a zijn niet van toepassing, behoudens voorzover het betreft de op de dag voorafgaande aan de eerste dag dat die persoon rechtens zijn vrijheid is ontnomen aanwezige arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 18, eerste lid.

  • 3

    Voor de toepassing van het eerste lid worden perioden van vrijheidsontneming samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

  • 4

    De persoon, bedoeld in het tweede lid, die op de in dat lid bedoelde dag niet arbeidsongeschikt is, doch ten aanzien van wie dit wel het geval is binnen vier weken na die dag, wordt vanaf de dag dat hij in vrijheid is gesteld weer als verzekerde aangemerkt en heeft met inachtneming van de bepalingen van deze wet recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering. Artikel 19, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 30, eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing.

  • 5

    Het eerste lid is niet van toepassing en het tweede en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën personen waarbij tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiële inrichting plaatsvindt.

Informatie geldend op 16-02-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid

  2. Reglement justitiële jeugdinrichtingen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid
    artikel: 1

  2. Reglement justitiële jeugdinrichtingen

  3. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
    artikel: 43a, 47

  4. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
    artikel: 120

  5. Ziektewet
    artikel: 101

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(16-02-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2011

wijziging

16-12-2010

Stb. 2010, 838

32520

23-12-2010

Stb. 2010, 839

29-12-2005

wijziging

10-11-2005

Stb. 2005, 573

30118

02-12-2005

Stb. 2005, 619

01-01-2004

wijziging

19-12-2003

Stb. 2003, 544

28978

19-12-2003

Stb. 2003, 545

01-05-2000

nieuw

22-12-1999

Stb. 1999, 595

26063

28-01-2000

Stb. 2000, 54