Verhoging van de arbeidsongeschiktheidsuitkering vindt op aanvraag of ambtshalve plaats.
Verhoging van de arbeidsongeschiktheidsuitkering ter zake van toeneming van de arbeidsongeschiktheid vindt in elk geval ambtshalve plaats, indien de betrokkene aansluitend aan de uitkering van ziekengeld krachtens de Ziektewet dan wel na afloop van het in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of in artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet bedoelde tijdvak van 104 weken in aanmerking komt voor een hogere arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(16-02-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
10-11-2005 |
02-12-2005 |
||||||
wijziging |
19-12-2003 |
19-12-2003 |
||||||
t/m 01-01-1998 |
wijziging |
24-12-1998 |
24-12-1998 |
|||||
wijziging |
24-12-1997 |
24-12-1997 |
||||||
nieuwe-regeling |
18-02-1966 |
Stb. 1966, 84 |
08-09-1966 |
Stb. 1966, 365 |
Opmerkingen
1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
2) De artikelen 40, 41, 43c, tweede lid, 75a, eerste en tweede lid, 76c, 76e, 76f, 81 en 83, eerste lid, onder e, en vierde lid, werken terug tot en met 1 januari 1998. Artikel 17, eerste lid, werkt terug tot en met 1 oktober 1998. Artikel 17, vijfde lid, werkt terug tot en met 1 juli 1998.
3) Artikelen 40, eerste lid, 41 en 43c werken terug tot en met 1 april 1997. Artikel 40, derde en vierde lid, werkt terug tot en met 25 januari 1994.