Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 13 [Geldend t/m 31-12-2014]

  • 1

    In de verordening kan worden bepaald dat een splitsingsvergunning kan worden geweigerd, indien:

    • a.

      voor het gebied waarin het gebouw is gelegen waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet ruimtelijke ordening van kracht is, dan wel een ontwerp voor zodanig plan of voor een herziening daarvan in procedure is,

    • b.

      het ontwerp voor dat plan, dan wel voor de herziening daarvan ter inzage is gelegd voordat de aanvraag om vergunning is ingediend, dan wel, indien de aanvraag krachtens het tweede lid is aangehouden, voordat die aanhouding is geëindigd,

    • c.

      de voorgenomen splitsing nadelige gevolgen kan hebben voor de met het plan nagestreefde of na te streven doeleinden, en

    • d.

      het belang dat de vergunningsaanvrager bij splitsing heeft, niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van belemmering van de modernisering of vervanging.

  • 2

    Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, kan in de verordening tevens worden bepaald dat de beslissing op de aanvraag om een splitsingsvergunning wordt aangehouden, indien:

    • a.

      voor het gebied waarin het gebouw is gelegen waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening van kracht is met het oog op de voorbereiding van een stadsvernieuwingsplan of van een herziening daarvan,

    • b.

      dat besluit is genomen voordat de aanvraag om vergunning werd ingediend,

    • c.

      redelijkerwijs verwacht mag worden dat de in het stadsvernieuwingsplan op te nemen maatregelen nadelig kunnen worden beïnvloed door de voorgenomen splitsing, en

    • d.

      redelijkerwijs verwacht mag worden dat het belang dat de vergunningaanvrager bij splitsing heeft, niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van belemmering van de stadsvernieuwing.

  • 3

    Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het tweede lid, wordt daarbij tevens bepaald dat de aanhouding niet langer duurt dan tot het tijdstip waarop het voorbereidingsbesluit ingevolge artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening is vervallen.

Informatie geldend op 03-07-2015

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(03-07-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2015

intrekking-regeling

04-06-2014

Stb. 2014, 248

32271

01-09-2014

Stb. 2014, 323

Alg. 1

01-07-2008

wijziging

25-04-2008

Stb. 2008, 159

16-06-2008

Stb. 2008, 227

01-07-1993

nieuwe-regeling

05-03-1993

Stb. 1993, 155

16-04-1993

Stb. 1993, 234

Opmerkingen

  • 1) Besluit van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.