Bij hun besluit tot vordering bepalen burgemeester en wethouders de door de gemeente aan de eigenaar maandelijks verschuldigde vorderingsvergoeding.
De vorderingsvergoeding wordt, met inachtneming van de geldende prijsvoorschriften, vastgesteld op een bedrag dat in het economisch verkeer redelijk is.
Indien aan het gevorderde voorzieningen zijn uitgevoerd als bedoeld in artikel 46, worden deze bij het vaststellen van de vorderingsvergoeding buiten beschouwing gelaten.
De gemeente vergoedt de eigenaar de kosten die deze redelijkerwijs heeft moeten maken met het oog op het leeg ter beschikking stellen van het gevorderde.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(31-05-2016)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2015 |
intrekking-regeling |
04-06-2014 |
01-09-2014 |
|||||
nieuwe-regeling |
01-10-1992 |
Stb. 1992, 548 |
16-04-1993 |
Stb. 1993, 234 |
Opmerkingen
1) Artikel 51 van Stb. 2014/248 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.