Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.23, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening die met toepassing van artikel 4.1.1, eerste lid, onderdeel j, en tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening is verleend voor het gebruik van een recreatiewoning voor bewoning en op grond van artikel 1.2 met een omgevingsvergunning wordt gelijkgesteld, geldt slechts voor de termijn gedurende welke degene aan wie de vergunning is verleend de recreatiewoning onafgebroken bewoont.
(06-01-2017)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuw |
29-04-2010 |
10-06-2010 |
||||||