Ingeval een werknemer met instandhouding van de dienstbetrekking tot zijn inhoudingsplichtige, de uitlener, door deze ter beschikking is gesteld aan een derde, de inlener, om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn, is de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting welke de uitlener verschuldigd is in verband met het verrichten van die werkzaamheden door die werknemer alsmede voor de omzetbelasting welke de uitlener, dan wel – in geval doorlening plaatsvindt – de in het tweede lid bedoelde doorlener verschuldigd is in verband met dat ter beschikking stellen. In afwijking in zoverre van artikel 32, tweede lid, is de inlener niet aansprakelijk voor de in verband met de heffing van loonbelasting of van omzetbelasting opgelegde bestuurlijke boete.
Onder inlener wordt mede verstaan:
de doorlener, zijnde degene aan wie een werknemer ter beschikking is gesteld en die deze werknemer vervolgens ter beschikking stelt aan een derde om onder diens toezicht of leiding werkzaam te zijn;
de in onderdeel a bedoelde derde, aan wie door een doorlener een werknemer ter beschikking is gesteld om onder toezicht of leiding van die derde werkzaam te zijn.
Indien een inlener ingevolge een overeenkomst met de uitlener ten behoeve van de voldoening van loonbelasting, omzetbelasting en sociale verzekeringspremies in verband met het verrichten van werkzaamheden door een ter beschikking gestelde werknemer, alsmede met dat ter beschikking stellen, een bedrag heeft overgemaakt op een rekening die door die uitlener ten behoeve van de betaling van loonbelasting, omzetbelasting en sociale verzekeringspremies wordt gehouden bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen, wordt het bedrag waarvoor de aansprakelijkheid van de inlener uit hoofde van het eerste en tweede lid met betrekking tot die werkzaamheden en dat ter beschikking stellen in eerste aanleg bestaat, verminderd met dat overgemaakte bedrag.
Het derde lid is niet van toepassing voor zover de inlener wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de uitlener in gebreke zou blijven het op de in dat lid bedoelde rekening gestorte bedrag aan te wenden voor de betaling van loonbelasting, omzetbelasting of sociale verzekeringspremies.
De aansprakelijkheid op grond van het eerste lid geldt niet met betrekking tot de loonbelasting en de omzetbelasting verschuldigd door de uitlener, indien aannemelijk is dat het niet betalen door de uitlener noch aan hem noch aan een inlener is te wijten.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de toepassing van het derde lid.
Dit artikel is niet van toepassing indien de werkzaamheden die door de ter beschikking gestelde werknemer zijn verricht, ondergeschikt zijn aan een tussen de uitlener en de inlener, dan wel tussen de doorlener en de inlener, gesloten overeenkomst van koop en verkoop van een bestaande zaak.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004
Wijzigingsregeling diverse Uitvoeringsregelingen Ministerie van Financiën
Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2013)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene nabestaandenwet
artikel: 62
Invorderingswet 1990
artikel: 35, 55, 56
Leidraad Invordering 2008
tekst: tekst, tekst, tekst, tekst, tekst
Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004
artikel: 1, 2, 6, 11
bijlage: bijlage
Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
artikel: 7a
Wet langdurige zorg
artikel: 10.2.3
Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012
artikel: 15
Wijzigingsregeling diverse Uitvoeringsregelingen Ministerie van Financiën
Wijzigingsregeling Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, enz. (2013)
(08-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
01-07-2009 |
|||||||
wijziging |
20-11-2006 |
11-12-2006 |
||||||
wijziging |
22-12-2005 |
22-12-2005 |
||||||
wijziging |
19-06-2003 |
19-06-2003 |
||||||
wijziging |
20-06-2002 |
25-06-2002 |
||||||
wijziging |
14-05-1998 |
24-06-1998 |
||||||
wijziging |
12-05-1998 |
Stcrt. 1998, 95 |
24-06-1998 |
|||||
nieuwe-regeling |
30-05-1990 |
Stb. 1990, 221 |
30-05-1990 |
Stb. 1990, 222 |
Opmerkingen
1) Artikel II van Stb. 2009/280 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.
2) De wijziging is van toepassing voor belastingen premieschulden die betrekking hebben op werk dat is verricht na de inwerkingtreding van deze wet.
3) De datum van inwerkingtreding was oorspronkelijk ingevolge artikel 12, tweede lid van de Tijdelijke referendumwet van rechtswege opgeschort tot 06/08/2002. De betreffende wet was echter niet referendabel (correctie Staatscourant nr. 134, 17 juli 2002).
4) Treedt in werking als artikel 17, eerste lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in werking treedt.