Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 8.2.1

  • 1

    Binnen een redelijke termijn informeert een college een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling desgevraagd welk college financieel verantwoordelijk is voor de aan een jeugdige te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering.

  • 2

    Een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling kan de geleverde jeugdhulp of uitgevoerde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering in rekening brengen bij het bij hem of haar op grond van een toekenning of instemming dan wel de verkregen informatie, bedoeld in het eerste lid, bekende college. Dit college betaalt die geleverde jeugdhulp of uitgevoerde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering.

  • 3

    Indien het college, bedoeld in het tweede lid, van mening is niet financieel verantwoordelijk te zijn voor de geleverde jeugdhulp of uitgevoerde kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering, overlegt het met het volgens het college wel verantwoordelijke college. Indien de uitkomst van dit overleg is dat laatstgenoemd college financieel verantwoordelijk is, vindt tussen de colleges verrekening plaats van de betaalde jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering.

  • 4

    Het college, bedoeld in het tweede lid, informeert de jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling indien een ander college financieel verantwoordelijk is voor de desbetreffende jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering.

  • 5

    Bij regeling van Onze Ministers worden nadere regels gesteld over de betaal-, onderzoeks- en informatieplicht, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, waaronder in ieder geval regels over de door colleges uit te voeren controles voorafgaand aan de betaling van jeugdhulp, jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Informatie geldend op 01-01-2025

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit Jeugdwet

  2. Regeling Jeugdwet
    artikel: 1a.1, 6b.2, 1

  3. Uitvoeringswet internationale kinderbescherming
    artikel: 11

  4. Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
    artikel: 10

  5. Wijzigingsbesluit Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, enz. (herstellen misslagen en omissies)

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-01-2025)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

nieuw

12-02-2020

Stb. 2020, 78

35219

28-10-2021

Stb. 2021, 524

28-02-2017

t/m 01-01-2016

vervallen

21-12-2016

Stb. 2017, 64

34614

21-12-2016

Stb. 2017, 64

Inwtr. 1

01-08-2016

wijziging

08-06-2016

Stb. 2016, 268

34279

29-06-2016

Stb. 2016, 269

t/m 01-01-2015

wijziging

18-05-2016

Stb. 2016, 206

34191

29-06-2016

Stb. 2016, 270

01-01-2015

nieuwe-regeling

01-03-2014

Stb. 2014, 105

33684

14-11-2014

Stb. 2014, 443

wijziging

05-11-2014

Stb. 2014, 442

33983

14-11-2014

Stb. 2014, 443

Opmerkingen

  • 1) Op over het jaar 2015 verschuldigde ouderbijdragen blijft het recht van toepassing zoals dat op 31 december 2015 gold, met dien verstande dat:a.de vaststelling, bedoeld in artikel 8.1.7, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet, uiterlijk drie maanden na de dag waarop deze wet in werking treedt wordt gedaan;b.artikel 8.1.7, tweede lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is;c.een kennisgeving van een omstandigheid die aanleiding kan geven tot een herziening van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet uiterlijk zes weken na de vaststelling dient te worden ingediend, waarna de herziening uiterlijk zes weken daarna plaatsvindt;d.artikel 8.1.8, derde lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is.