Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 32

  • 1

    Ter inschrijving van een proces-verbaal van inbeslagneming wordt dit proces-verbaal of een door de deurwaarder of een advocaat getekend afschrift daarvan aangeboden. Artikel 18, tweede-vijfde lid, is niet van toepassing.

  • 2

    Ingeval een proces-verbaal van inbeslagneming van een luchtvaartuig in het buitenland is opgemaakt door een deurwaarder of andere volgens de daar geldende wet hiertoe bevoegde persoon, kan ook een zodanig proces-verbaal ter inschrijving worden aangeboden.

  • 3

    Ter inschrijving van een der in de artikelen 211 en 821 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek genoemde voorrechten, wordt aangeboden een door een deurwaarder ondertekend verzoek tot inschrijving van het voorrecht, inhoudende naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt:

    • a.

      de aanduiding van de vordering waar het om gaat;

    • b.

      het beloop der vordering ten tijde van het ondertekenen door de deurwaarder van het verzoek, of van de feiten aan de hand waarvan die vordering zal kunnen worden bepaald;

    • c.

      de omschrijving van het voorrecht door vermelding van het wettelijk voorschrift, op grond waarvan aan die vordering het voorrecht is toegekend, en

    • d.

      het tijdstip waarop de vordering is ontstaan. Indien het verzoek van de deurwaarder ter inschrijving wordt aangeboden na verloop van de termijn, genoemd in artikel 219, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 829, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, wordt ter inschrijving tevens aangeboden een stuk waaruit blijkt dat de schuldeiser zijn vordering binnen die termijn in rechte heeft geldend gemaakt, op de inschrijving van welk bewijsstuk artikel 38 van overeenkomstige toepassing is.

  • 4

    Op de inschrijving van een voorrecht, als bedoeld in artikel 1320, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is het bepaalde in de eerste zin van het derde lid van overeenkomstige toepassing. Indien het verzoek van de deurwaarder ter inschrijving wordt aangeboden drie maanden of langer na het in die zin, onder d, bedoelde tijdstip, wordt ter inschrijving tevens aangeboden een stuk waaruit blijkt dat binnen de in artikel 1320, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek genoemde termijn:

    • a.

      het bedrag der vordering in der minne is vastgesteld, dan wel

    • b.

      langs gerechtelijke weg erkenning van het voorrecht en de omvang ervan is gevorderd, op de inschrijving van welk bewijsstuk in het onder b bedoelde geval artikel 38 van overeenkomstige toepassing is.

Informatie geldend op 01-05-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Kadasterwet
    artikel: 21, 43

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-05-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-10-1996

wijziging

26-01-1995
samen met
24-05-1995

Stb. 1995, 71
samen met
Stb. 1995, 283

23814

12-09-1996

Stb. 1996, 472

01-01-1992

wijziging

14-11-1991

Stb. 1991, 570

14-11-1991

Stb. 1991, 570

01-01-1992

nieuwe-regeling

03-05-1989

Stb. 1989, 186

17496

20-02-1990

Stb. 1990, 90

wijziging

06-06-1991

Stb. 1991, 376

21830

20-02-1990

Stb. 1990, 90